„Laten we het maar zeggen: wij zijn ongerust”, opende voorzitter T. van Gelder van de Barendrechtse SGP-kiesvereniging de avond. Hij wees op de dreiging van moslimextremisme en de vluchtelingenproblematiek, die beide de vrees voor islamisering zouden voeden onder Nederlandse christenen. In zijn lezing liet hoofdimam U. A. Karrat van de Essalammoskee in Rotterdam –zo’n 4000 bezoekers– hierover zijn gedachten gaan.

De jonge imam (28) ging vooral in op de door hem heilzaam geachte sharia. Volgens de geboren Marokkaan is de sharia een geheel van goddelijke wetten die ons houvast biedt in dit leven en waarmee wij het paradijs kunnen bereiken.

De gewelddadige interpretatie van IS-strijders is een totaal verkeerde, stelde Karrat.

„Uit eigen onderzoek zie ik dat Nederlandse Syriëgangers óf bekeerlingen zijn die zich na een oppervlakkige tijd serieus in de islam gaan verdiepen, óf starters. Ze zijn onwetend over de godsdienst die zij net hebben omarmd.”

Geweldsteksten in de Koran kunnen niet los van hun context worden gezien, merkte hij op. „Een tekst als: „Dood hen waar je kunt” richt zich volgens alle verklaarders die ik heb gelezen op een gebeurtenis waarbij moslims uit Mekka werden verdreven. Hij geldt niet als opdracht voor moslims die ergens een minderheid vormen. In een tekst die juist aan álle gelovigen is gericht, zegt Allah: „Als je één ziel doodt, dood je heel de mensheid.””

„Ik heb in Syrië een jihad gevoerd”, sprak ds. A. M. Leeftink na de imam. „Maar dan een Bijbelse: strijd de goede strijd des geloofs.” De gereformeerd vrijgemaakt predikant, nu onder meer betrokken bij dialogen met moslims in Rotterdam, gaf deze opdracht ook aan de zaal mee: „Heb je vijanden lief; verklaar hun de vrede in Christus. Ik maak me niet zo veel zorgen over de invoering van gruwelijke islamwetten; wel over leeglopende kerken. Wij moeten meer een profetisch geluid laten horen. Durf moslims de waarheid over Christus te vertellen. Als je eromheen blijft draaien, denken ze: „Hij gelooft niet eens in zijn eigen Jezus.””

Na de pauze kreeg vooral imam Karrat heel wat vragen op zich afgevuurd. „Vervolgingen vinden vaak plaats in islamitische landen. Verdragen uw geloof en de rechtsstaat zich wel met elkaar”, vroegen meerdere vragenstellers zich af. „Wij praten nu over beslissingen van staten, en daden van mensen. Niet over daden van een religie”, reageerde Karrat.

„Ik denk dat de islam christenen voldoende ruimte biedt.” Ook de verantwoordelijkheid van door moslims gepleegde terreurdaden legde hij bij de daders neer. „Als iemand zijn eigen gewelddadige innerlijk wil goedpraten, zoekt hij er teksten bij. Zo doet IS ook. Die groep is niet islamitisch, noch een staat, maar een groep geweldenaars die met elkaar een kalifaat hebben uitgeroepen. Als alle moslims zouden doen wat IS doet, hadden wij wereldwijd een groot probleem en zou ik hier niet staan.”