Verreweg de meesten Joden emigreerden na 1948 wegens het vijandige klimaat naar Israël. Aan het begin van dit millennium was hun aantal verschrompeld tot nog slechts enkele honderden.

Tot 2011 leefden de Joden in de Jemenitische hoofdstad Sanaa in een district waar ze de speciale bescherming genoten van president Abdullah Saleh. Alles veranderde echter toen deze in 2012 gedwongen werd op te stappen.

September vorig jaar veroverden de sjiitische Huthirebellen de hoofdstad Sanaa, wat weinig goeds voor de laatste Joden in Jemen voorspelde. De Huthi’s hebben als motto: „Dood aan Amerika, dood aan Israël, vervloekt zijn de Joden.” Nadat ze de hoofdstad in handen hadden gekregen, werd dit motto overal op muren gekalkt.

De Huthi’s, die oorspronkelijk in het noorden van Jemen leefden, hadden daar in 2007 reeds de voltallige nog overgebleven Joodse gemeenschap verdreven. „We waarschuwen jullie om deze regio onmiddellijk te verlaten”, kregen de Joden indertijd van de Huthi’s te horen. „Jullie krijgen hiervoor tien dagen de tijd. Indien jullie deze boodschap negeren, zal het jullie berouwen.”

Noodklok

Recentelijk luidde de Israëlische parlementariër Ayoob Kara de noodklok. Kara behoort zelf tot de druzische gemeenschap in Israël en zet zich in voor de bescherming van minderheden. Hij vertelde Israëlische media dat hij was benaderd door een Jemenitische Jood die erin geslaagd was zijn land te verlaten door zich als moslim voor te doen. Hij had Kara verteld dat de nog resterende tachtig Joden in Jemen in acuut gevaar verkeerden. De Huthi’s hadden voor de keuze gesteld om zich tot de islam te bekeren of het land te verlaten. Er moet snel worden gehandeld om deze Joden Jemen uit te krijgen, zegt Kara. „Heel de wereld moet weten dat er een probleem is met de Huthi’s in Jemen.”

Een woordvoerder van het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken wil niet reageren „omdat het hier een uiterst delicate kwestie betreft. Er staan mensenlevens op het spel.”

Christenen

Ook de christenen in Jemen –vaak van Ethiopische origine– beleven angstige tijden in het door oorlog verscheurde land. Zo ging op 16 september een van de weinige kerken die de zuidelijke stad Aden telt, volledig in vlammen op. Christelijke bezoekers van deze kerk vertelden dat het kerkgebouw een dag eerder al door onbekende gemaskerde mannen ernstig was beschadigd. Vermoed wordt dat het hier leden van al-Qaida betrof.