Dat is de onverwachte uitkomst van een studie die in april verschijnt in het vakblad New England Journal of Medicin.

De studie (genaamd Prove-It) was opgezet om te bewijzen dat cholesterolverlager pravastatine (Selektine) niet slechter is dan atorvastatine (Lipitor). In totaal deden 4162 patiënten, die vanwege een hartinfarct of een onstabiele angina pectoris waren opgenomen in een ziekenhuis, mee aan het onderzoek. De helft kreeg gedurende gemiddeld twee jaar de standaarddosis van 40 mg pravastatine. De andere helft kreeg twee keer zo veel (80 mg atorvastatine).

Uit het onderzoek bleek dat de waarde van het zogenoemde slechte cholesterol LDL, dat aderverkalking veroorzaakt, bij de atorvastatinegroep veel lager was (62 mg per deciliter) dan bij de pravastatinegroep (95 mg per deciliter). Een waarde onder de 100 mg per deciliter wordt als normaal gezien.

Volgens wetenschappers verklaart die lagere cholesterolwaarde alleen niet de verlaagde kans op sterfte of ernstige complicaties met 16 procent. Zij gaan ervan uit dat de ontstekingsremmende werking van de cholesterolverlager ook een rol speelt en pleiten voor meer onderzoek.

Uit de studie bleek verder dat de intensieve behandeling resulteert in minder sterfte (28 procent), minder dotterbehandelingen en bypassoperaties (14 procent) en minder instabiele angina pectoris (29 procent) dan bij de groep met een lage dosis. Het klinisch voordeel van behandeling werd al na dertig dagen zichtbaar. Uit een andere studie bleek dat een dubbele dosis atorvastatine de toename van atherosclerose (cholesterolafzetting in de bloedvaten of aderverkalking) stopt.

Het gebruik van cholesterolverlagers is de afgelopen jaren aanzienlijk gestegen. Vorig jaar behandelden de openbare apothekers in Nederland 550.000 meer doktersrecepten dan het jaar daarvoor. De meest voorgeschreven middelen zijn simvastatine (Zocor), atorvastatine, pravastatine en het vorig jaar op de markt gekomen rosuvastatine (Crestor).