Brussel wil één Europees geluid in IMF
BRUSSEL (ANP). De eurolanden moeten nog nauwer samenwerken en naar buiten toe met één stem spreken. De voorzitter van de Eurogroep moet de belangen van de eurozone daarom op termijn vertegenwoordigen bij internationale onderhandelingen. De Europese Commissie stelde dat woensdag voor.
De plannen zouden betekenen dat de Eurogroepvoorzitter, nu minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem, het woord voert namens alle eurolanden bij bijvoorbeeld vergaderingen van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). De lidstaten laten nu verschillende geluiden horen en dat strookt niet met het toegenomen economische gewicht van de eurozone, aldus Brussel. Op de langere termijn zou dat kunnen leiden tot een Europees ministerie van Financiën.
„De eurozone moet een zeer robuuste constructie worden”, aldus Brussel. „We moeten de komende twee jaar gebruiken om overeenstemming te vinden over meer verregaande veranderingen die nodig zijn om de Economische en Monetaire Unie te vervolmaken.”
De Europese Commissie presenteerde woensdag een heel pakket met voorstellen die de verdere economische en financiële eenwording van Europa moeten stimuleren. „De volgende fase gaat over nauwere politieke samenwerking en democratische vernieuwing”, kondigde EU-commissaris Pierre Moscovici (Economische Zaken) alvast aan.
Banken zijn nog altijd te veel verknoopt met nationale overheden, reden om de bankenunie verder te versterken, aldus de commissie. Dat moet meer financiële stabiliteit geven. Mede in dat licht stelt Brussel voor een Europees depositogarantiestelsel in het leven te roepen De commissie spreekt vanwege de gevoeligheid van een depositoverzekeringssysteem.
Een ander voorstel zijn nationale ‘autoriteiten voor concurrentievermogen’ en een onafhankelijke Europese Budgettaire Raad. Deze laatste instantie zou advies moeten geven over fiscaal en begrotingsbeleid.
De voorstellen vloeien voor uit een rapport dat commissievoorzitter Jean-Claude Juncker schreef met de presidenten van de Europese Raad, de Eurogroep, de Europese Centrale Bank en het Europees Parlement. Het kabinet is niet enthousiast over de vergezichten in dat rapport, zei premier Mark Rutte afgelopen zomer na de presentatie.