Geen werk? Zet de knop om
De arbeidsmarkt is sinds het begin van de economische crisis ingrijpend veranderd. Als je in een sector zit waar geen vacatures zijn, probeer dan een switch te maken, adviseert personeelswerver Ingobert Veen. Wees realistisch, richt je niet te veel op het vinden van die ene droombaan, vult loopbaancoach Nadja Ottens hem aan.
Zet de knop om
Ingobert Veen is eigenaar van Métier, een in Zwolle gevestigd wervings- en selectiebureau dat zich vooral richt op kleine en middelgrote technische bedrijven. Nadja Ottens is sinds 2003 loopbaancoach. Ze heeft een eigen bedrijf: Wegwijs in talent. Eerder werkte ze als recruiter, onder andere in de uitzendsector en later bij Twynstra Gudde. „Daar kwam ik mensen tegen die heel duidelijk wisten waar in hun werk hun kracht lag. Mooi vond ik dat. Dat heeft me ertoe aangezet om een opleiding tot loopbaancoach te volgen.”
Ze constateert dat er, mede door de economische crisis, op de arbeidsmarkt veel is veranderd. Het is zeker nu van belang om realistisch te zijn, benadrukt Ottens. „Dat was in 2003, toen ik met dit werk begon, nog heel anders. Het ultieme doel was in die tijd om mensen te helpen ontdekken wat hun droombaan was. Helemaal los van de vraag of ze daar überhaupt ooit werk in zouden kunnen vinden. Zo zou ik dat nu nooit meer aanpakken. Ik stimuleer mensen nu juist om goed te onderzoeken of er wel vraag is naar wat ze in gedachten hebben. Ik laat hen nadenken over de vraag wat zij een werkgever te bieden hebben.”
Ze vertelt over iemand die vijftien jaar productiewerk heeft gedaan en op een gegeven moment bij haar aanklopte omdat dat op den duur toch niet bevredigde. Zijn werkgever bood hem de gelegenheid om een meer leidinggevende functie te vervullen, maar dat was niet wat hij wilde.
„In eerste instantie kwam hij erop uit dat hij graag iets ambachtelijks wilde doen, en iets met mensen. Zelf dacht hij aan de mogelijkheid om meubelmaker te worden. Maar toen hij wat had rondgekeken kwam hij erachter dat het wel heel lastig zou worden om daar zijn brood mee te verdienen. Nu is hij zich aan het oriënteren op een opleiding tot maker van medische instrumenten. Dat heeft iets ambachtelijks en je werkt ook met mensen.”
Knop
Veen constateert dat er bij de bedrijven waar Métier voor werkt sinds 2009 –het begin van de economische crisis– een soort knop is omgegaan. „Ze zijn internationaler gaan werken, bijvoorbeeld qua inkoop. Flexibiliteit is veel belangrijker geworden: ik schat dat 20 tot 30 procent van het personeel nu een jaarcontract heeft. Ondernemers willen beter op een teruglopend aantal orders kunnen inspelen. En, heel belangrijk, heel veel processen zijn gedigitaliseerd. Ondernemers willen een actuele website die gemakkelijk door zoekmachines gevonden wordt. De systemen waarmee gewerkt wordt –boekhouding, inkoop, productieproces– worden steeds vaker aan elkaar gekoppeld.”
Als gevolg van deze ontwikkelingen is de vraag naar personeel verschoven. Er zijn bijvoorbeeld veel minder administratieve krachten nodig. Maar er is juist wel veel behoefte aan medewerkers die kaas hebben gegeten van automatisering of die handig zijn met websites.
Het personeelsbestand van Veens bedrijf –acht medewerkers– is een sprekend voorbeeld van deze ontwikkeling. Tot 2009 werkte er bij Métier een secretaresse die een groot deel van haar werkweek druk was met het afhandelen van sollicitaties: brieven opslaan en bevestigingsbrieven versturen. Nu, zes jaar later, bestaat deze rol helemaal niet meer. Dat gaat inmiddels allemaal automatisch. Sollicitanten voeren op internet een formulier in. Daar komt geen administratieve kracht meer aan te pas. „We hebben nu een officemanager die vooral druk is met de website en het bijhouden van de sociale media.” Daar was iemand anders voor aangenomen, omdat de voormalige secretaresse deze vaardigheden niet in haar vingers had.
Studiedag
Zelfs als je werk zoekt in een hoek waarin bijna geen vacatures zijn, kun je als sollicitant het verschil maken. Zorg er in ieder geval voor dat je (digitale) brief er verzorgd uitziet, adviseert Veen. En laat zien dat je op de hoogte bent van wat er in je vakgebied speelt. „Opleidingsniveau zegt niet alles. Het gaat ook om de drive die mensen hebben. Het is heel belangrijk dat je laat zien dat je de ontwikkelingen in je vak hebt bijgehouden. Als je een relevante cursus hebt gevolgd of naar een studiedag bent geweest, schrijf dat dan op.”
Maar misschien nog wel belangrijker is dat je als sollicitant laat zien dat je je hebt verdiept in de vacature en de organisatie waar je graag aan de slag wilt. „Vertel niet alleen wie je bent en wat je allemaal kunt. Wees gericht op de ander, toon interesse. Laat merken dat je langs het bedrijfspand bent gereden en dat je de informatie op de website hebt gelezen”, adviseert Ottens. „Dat gaat echt zo vaak mis. Als ik mensen na een sollicitatie feedback geef, adviseer ik dat in 80 tot 90 procent van de gevallen.”
Specialiseren
Ottens: „Het probleem is dat veel jongelui kiezen voor een opleiding die te algemeen is. Omdat ze alle opties nog open willen houden. Maar je kunt je beter specialiseren en echt voor een vak kiezen.”
Voor scholieren kan het best lastig zijn om zicht te krijgen op wat ze kunnen en welke banen er eigenlijk zijn. Daar moeten ze bij geholpen worden door ouders en mentoren. Ottens adviseert om eens te gaan kijken bij een bedrijf dat een open dag organiseert. Dan krijg je een beeld van wat er mogelijk is en ook waar behoefte aan is.
Als je per se een baan wilt, zit er soms ook niets anders op dan uit je comfortzone te komen, denkt Veen. „Misschien moet je daarvoor wel verhuizen. Als je als leraar in de regio Zwolle geen werk kunt vinden, maar in Amsterdam wel, moet je dat ervoor over hebben.”
Planner
Wat kan bijvoorbeeld een klassenassistent die na het behalen van haar diploma ontdekt dat er niet of nauwelijks vacatures zijn waar ze op kan solliciteren het best doen? Bij de pakken neerzitten is in ieder geval geen goed idee, meent Veen. Als er echt geen vacatures zijn, is het beter om te proberen een switch te maken.
„Mijn advies is: probeer te bedenken wat je nog meer kunt behalve met kinderen omgaan. Misschien ben je wel heel goed in regelen en organiseren. Dan kun je, eventueel na een opleiding, zo aan de slag als planner bij een transportbedrijf. Als je goed kunt uitleggen ben je misschien wel geschikt voor een baan bij de helpdesk van een automatiseerder, om klanten uit te leggen hoe een pakket werkt. Het zijn misschien niet de banen waar je als klassenassistent het eerst aan zou denken, maar je werkt wel met mensen. En er zijn in die sectoren heel veel vacatures.
Ik ben de laatste jaren regelmatig in Oost-Europa geweest. Wat me daar opvalt is dat mensen, als ze geen werk kunnen vinden, de knop omzetten. Als er geen vacatures zijn die bij hun opleiding passen, schakelen ze over naar iets anders. Die instelling ontbreekt in Nederland, denk ik weleens. We leunen te veel achterover. Tijdens de crisis verloren heel veel mensen in de bouwsector hun baan, ook bouwkundig tekenaars. Wij werken veel voor technische bedrijven, waar juist schaarste aan tekenaars is. Het verbaast me dat geen enkele bouwkundig tekenaar ons in die tijd heeft gebeld om te vragen wat hij zou moeten doen om in een technisch bedrijf aan de slag te kunnen.”
Schaarste en overschot
Ben je lasser of calculator? Dan is er werk genoeg. Administratieve krachten die hun baan kwijtraken zullen er echter waarschijnlijk maar moeilijk in slagen om in hun eigen vakgebied aan de bak te komen.
Het UWV (Uitvoeringsorgaan Werknemersvoorzieningen) inventariseerde eind 2014 in welke beroepsgroepen er de komende jaren sprake zal zijn van krapte en van overschotten. Helemaal verrassend zijn de uitkomsten van dit onderzoek niet. Werk dat eenvoudig geautomatiseerd kan worden zal steeds meer verdwijnen. Technische beroepen, waarvoor een specifieke opleiding vereist is, doen het goed.
Het UWV voorziet de komende jaren een blijvend grote vraag naar technisch personeel, zowel op middelbaar als hoger niveau: monteurs, CNC-verspaners, lassers, tekenaars, constructeurs, calculators, technische verkopers. Verder is er een groeiende behoefte aan hoveniers, opticiens en audiciens. Ook in de ict (programmeurs) en het onderwijs (exacte vakken en talen) zijn goede kansen voor werkzoekenden. Verder verwacht het UWV een tekort aan registeraccountants en aan hoger geschoold medisch personeel (wijkverpleegkundigen, praktijkondersteuners van huisartsen en specialisten ouderengeneeskunde).
Veel werkzoekenden
Maar er zijn ook beroepsgroepen waarin het aantal werkzoekenden hoog ligt en vermoedelijk ook zal blijven liggen. Dergelijke ‘overschotberoepen’ zijn bijvoorbeeld functies als kantoorassistent, receptionist, administratief medewerker, conciërge, klassenassistent of medewerker facilitaire dienst. Het gaat volgens het UWV om werk waar weliswaar vaak een specifieke opleiding voor bestaat, maar dat ook door mensen met een andere achtergrond kan worden gedaan.
Ook op middelbaar en hoger niveau hebben mensen in economisch-administratieve beroepen het lastig. Doordat steeds meer processen worden gedigitaliseerd, mede vanwege de economische crisis, zijn heel wat financieel-administratief medewerkers, boekhouders, secretaresses en boekhouders de afgelopen jaren hun baan verloren. In de sector zorg en welzijn verloren veel helpenden, sociaalcultureel werkers en kinderopvangmedewerkers hun baan.
Herstel arbeidsmarkt stokt
De arbeidsmarkt is de gevolgen van de economische crisis nog lang niet te boven. In 2008, het jaar waarin de crisis begon, was 3,9 procent van de beroepsbevolking werkloos. Dat percentage is in de jaren daarna enorm gestegen en ligt nu op 6,8 procent.
Sinds begin dit jaar was er sprake van herstel van de arbeidsmarkt: meer mensen slaagden erin een baan te vinden. Maar deze ontwikkeling is het afgelopen kwartaal gestokt, maakte het Centraal Bureau voor de Statistiek deze week bekend.
In september waren er 607.000 mensen werkloos, dat is 6,8 procent van de beroepsbevolking, net als in juli en augustus.
Als er naar leeftijd wordt gekeken, slagen nog altijd relatief veel jongeren er niet in een baan te vinden. De werkloosheid in de leeftijdsgroep van 15 tot en met 25 jaar kwam in september uit op 11,5 procent: in totaal 161.000 jongeren. Dat was een kwartaal eerder 11,1 procent. Relatief gezien gaat het wel iets beter met de arbeidsmarkt voor jongeren. Vorig jaar september was nog 12 procent van deze groep werkloos.