Binnenland

Surinaamse kinderen wonen vaker bij ouders

DEN HAAG (ANP). Het aandeel 15-jarige kinderen dat bij beide ouders woont is in bijna twintig jaar tijd gedaald van 80 naar 71 procent. In alle herkomstgroeperingen deed zich een daling voor, behalve bij kinderen van Surinaamse herkomst. Het aandeel uit die groep dat bij beide ouders woont is tussen 1996 en 2015 juist met een kwart gestegen. Dat meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maandag.

19 October 2015 07:01Gewijzigd op 15 November 2020 22:39

Van de Surinaamse kinderen woont 44 procent bij beide ouders, een kwart meer dan in 1996. Het CBS kan geen duidelijke verklaring voor deze stijging geven. In Surinaamse en Antilliaanse/Arubaanse gemeenschappen komt het alleenstaand moederschap vaak voor, maar dat lijkt aan het afnemen.

Ongeveer driekwart van de autochtone, Marokkaanse en Turkse 15-jarigen woonde begin 2015 bij beide ouders.

Wanneer de ouders niet meer bij elkaar zijn, woont het kind meestal alleen met de moeder. In 2015 was dit in 57 procent van de gezinnen het geval. Marokkaanse kinderen woonden het vaakst bij alleen hun moeder: in 78 procent van de situaties. Kinderen van Turkse herkomst woonden in 71 procent van de gevallen bij hun moeder. Dit aantal komt overeen met 15-jarigen van Surinaamse en Antilliaans/Arubaanse herkomst. Autochtone en westers allochtone kinderen wonen vaker bij de moeder en haar nieuwe partner of alleen bij de vader.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer