Levensreddende stamcellen voor leukemiepatiënt
In de Donorweek is er elk jaar aandacht voor het gebrek aan organen voor patiënten. Dat er net zo goed een tekort is aan stamceldonoren voor mensen met leukemie, is minder bekend. Hier leest u wie in aanmerking komen als donor en hoe u uzelf kunt aanmelden.
Als er voor een patiënt met leukemie of een andere soort bloedkanker in de familie geen geschikte donor te vinden is, gaat Stichting Europdonor op zoek – in binnen en buitenland. Verder werven de medewerkers en vrijwilligers nieuwe stamceldonoren en begeleiden ze donoren die worden opgeroepen voor het afstaan van stamcellen.
Hoeveel mensen staan bij Europdonor ingeschreven?
Er zitten ruim 70.000 stamceldonoren in de databank. Dat is lang niet voldoende om aan de vraag te voldoen. Slechts 4 procent van de Nederlandse leukemiepatiënten krijgt stamcellen van een Nederlandse donor. In 96 procent van de gevallen komen de stamcellen uit het buitenland.
Waarom zijn nieuwe donoren nodig?
Wanneer de stamcellen uit het buitenland moeten komen, betekent dat een groter risico voor de patiënt en kost de behandeling meer.
Daarbij worden donoren op hun 56e uitgeschreven omdat ze dan te oud worden om stamcellen af te staan. Een groot deel van de geregistreerde donoren bereikt binnenkort die leeftijd.
Maar de belangrijkste reden is dat Europdonor dan voor meer patiënten een perfecte stamceldonor kan vinden.
Wie kunnen zich inschrijven?
Personen tussen de 18 en de 50 jaar kunnen zich aanmelden. Tot en met 55 jaar kan iemand worden opgeroepen als donor.
Waarom gaat de voorkeur uit naar jonge donoren?
Uit onderzoek blijkt dat een transplantatie met stamcellen van een donor tussen de 18 en de 35 jaar oud een grotere kans geeft op overleving van de kankerpatiënt.
Gelden er selectiecriteria?
Ja. Mensen met onder meer hartproblemen, kanker en ernstig overgewicht worden afgewezen.
Ben je als bloeddonor of orgaandonor automatisch stamceldonor?
Nee, voor stamceldonatie moet iemand zich apart aanmelden.
Hoe word je stamceldonor?
Nieuwe donoren kunnen zich aanmelden via wordstamceldonor.nl. Vervolgens stuurt Europdonor een typeringskit toe om het HLA-type vast te stellen op basis van een beetje wangslijmvlies. Die gegevens komen anoniem in een wereldwijd bestand. Is er een match met een patiënt, dan neemt Europdonor contact op met de potentiële donor. Pas na uitgebreide voorlichting en keuring volgt donatie van de stamcellen.
Je hoeft dus niet meteen stamcellen af te staan?
Nee, dat gebeurt pas als er een match is. Per jaar krijgt ongeveer 1 procent van de ingeschreven donoren een oproep voor een nauwkeuriger HLA-typering. Ongeveer een op de duizend donoren staat daarop ook daadwerkelijk stamcellen af.
Wanneer krijg je een oproep om stamcellen te doneren?
Als je als donor een match bent. Dat wil zeggen: als jouw HLA-type overeenkomt met dat van de patiënt. Met de oproep krijgt de donor ook de vraag of hij of zij nog steeds achter de keuze staat om stamcellen te geven.
Waar worden de stamcellen voor gebruikt?
De bloedstamcellen worden alleen gebruikt voor transplantatie bij die ene patiënt ergens ter wereld waarvoor je donor bent. De cellen worden vers toegediend en dus niet bewaard tot ze later misschien nodig zijn.
Hoe vaak kan ik worden opgeroepen?
De wachtperiode tussen donaties is één jaar. Is een tweede donatie aan dezelfde patiënt nodig, dan kan de tijd korter zijn.
Een match, wat betekent dat?
Een stamceltransplantatie is alleen veilig wanneer het weefseltype van donor en patiënt zo veel mogelijk overeenkomen. Uit de stamcellen van de donor ontstaan namelijk de witte bloedcellen van het afweersysteem. Als zij het lichaam van de ontvanger als vreemd beschouwen en aanvallen, kan de patiënt daaraan overlijden.
Is er een transplantatie nodig, dan wordt dus gezocht naar een donor die zo goed mogelijk bij de patiënt past. Liefst een match van 100 procent. De overeenkomst wordt vastgesteld aan de hand van het weefsel- of HLA-type, een soort bloedgroep van witte bloedcellen. Doordat er miljoenen verschillende HLA-typen zijn, kan het lastig zijn om een passende donor te vinden.
Het HLA-type is erfelijk. De helft komt van vader, de helft van moeder. Artsen zoeken daarom altijd eerst in de familie naar een stamceldonor. Elke broer of zus heeft een kans van 25 procent om hetzelfde HLA-type te hebben als de patiënt, en dus een passende donor te zijn. In totaal wordt bij een op de drie stamceltransplantaties een donor gevonden binnen de familie.
De overige patiënten zijn aangewezen op stamcellen van een niet-verwante donor. Europdonor gaat dan voor hen op zoek.