Tribunaal buigt zich over misdaden van ‘Omarska’
Het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag doet morgen uitspraak tegen vijf Bosnische Serviërs in de Omarska-zaak. Omarska behoorde, met Keraterm en Trnopolje, tot de beruchte kampen in het Noordwest-Bosnische district Prijedor waar in 1992 honderden Bosnische moslims en Kroaten het leven lieten.
Westerse verslaggevers ‘ontdekten’ de kampen waar werd gemoord en gemarteld en waar mensen onder erbarmelijke omstandigheden werden vastgehouden. Tv-beelden leidden tot wereldwijde verontwaardiging, wat mede aanleiding was voor de oprichting van het Joegoslavië-tribunaal in 1993.
De eerste verdachte die ooit in handen kwam van het tribunaal, Dusko Tadic, was dan ook aangeklaagd wegens misdaden in en rond Omarska. Maar terwijl Tadic slechts een eenvoudige verkeersagent en dus een ‘kleine vis’ was, wordt morgen voor het eerst uitspraak gedaan tegen vermeende leidinggevenden van een van de drie kampen.
Volgens de aanklagers was Miroslav Kvocka de eerste commandant van Omarska. Dragoljub Prcac was volgens de tenlastelegging enige tijd zijn plaatsvervanger. Mladjo Radic en Milojica Kos gaven leiding aan ploegen bewakers. Zoran Zigic kwam als buitenstaander moorden en martelen in Omarska, Keraterm en Trnopolje.
Aanklaagster Susan Somers plaatste tijdens haar requisitoir afgelopen zomer Omarska op één lijn met Dachau, de “killing fields” in Cambodja, de genocide in Rwanda en met Srebrenica. De Amerikaanse herinnerde eraan dat tijdens het proces een getuige –een overlevende– Omarska omschreef als „hel." Volgens haar hebben alle vijf verdachten zich schuldig gemaakt aan „extreem kwaad."
Onbeschrijflijk sadisme
Tegen Radic en Zigic eiste Somers levenslang wegens hun „onbeschrijflijke sadisme en gewelddadigheid." Beiden hebben volgens haar persoonlijk gedetineerden vermoord. Zigic sloeg een moslimgevangene „langzaam en systematisch dood." Ook vernederde hij gedetineerden, bijvoorbeeld door hen te dwingen zijn schoenen te kussen. Somers sprak Radic ook aan op verkrachtingen en aanrandingen.
Tegen de leidinggevenden Kvocka en Prcac, die medeverantwoordelijk worden gehouden voor misdaden van ondergeschikten, eiste Somers elk 35 jaar. Kos moet van haar 25 jaar achter de tralies, onder meer wegens moord. Tijdens Somers’ requisitoir zaten Kvocka en Kos in het beklaagdenbankje te lachen en te grinniken.
De verdediging acht niet bewezen dat Kvocka en Prcac leidinggevende functies hadden in Omarska en heeft daarom vrijspraak geëist. Volgens Kvocka’s advocaat, Krstan Simic, werd de inmiddels 44-jarige politieagent Kvocka naar het kamp gestuurd terwijl de gevangenen er al waren. Hij zou de meeste tijd in een klein kantoortje hebben gezeten, met weinig contact met de gevangenen, terwijl in het kamp werd huisgehouden door speciale politie-eenheden uit Banja Luka.
Prcac’ advocaat, Jovan Simic, omschreef zijn cliënt, eveneens een agent, als hardwerkende vader van een gehandicapt kind die tegen zijn zin als bewaker naar Omarska was gestuurd. Verzet tegen dat bevel had „de kogel" betekend. De eis van 35 jaar vindt Simic neerkomen op levenslang, gelet op de leeftijd van de 64-jarige Prcac.
Ook Radic (49) en Kos (38) vroegen om vrijspraak. Volgens Radic’ advocaat, Toma Fila, berusten getuigenissen van kampoverlevenden dat Radic leiding zou hebben gegeven aan een ploeg bewakers op „verkeerde waarneming." Radic was volgens Fila een eenvoudige dorpsagent die als bewaker naar Omarska werd gestuurd. Volgens Kos’ advocaat, Eugene O’Sullivan, hebben de aanklagers geen enkel bewijs geleverd dat Kos heeft gemoord en medeverantwoordelijk was voor misdaden van ondergeschikten.
Schuld bekend
Zigic (43) is de enige verdachte in deze zaak die enige schuld heeft bekend. Hij geeft toe dat hij gevangenen heeft mishandeld, en heeft daarover spijt betuigd. Zijn raadsman, Slobodan Stojanovic, vroeg de drie VN-rechters uit Portugal, de VS en Egypte daarvoor een milde straf op te leggen, zonder een concrete strafmaat te noemen.
Het Omarska-proces begon in februari 2000. Tijdens de 113 zittingsdagen zijn 140 getuigen gehoord en honderden bewijsstukken ingebracht. De uitspraak zal morgen worden voorgelezen door de Portugese VN-rechter Almiro Rodrigues, die eerder de Bosnisch-Servische generaal Krstic tot 46 jaar cel veroordeelde wegens genocide na de val van Srebrenica.