Geloven wat de staat je wijsmaakt
De Noord-Koreaanse Lucia Jang wist niet wat ze meemaakte toen ze in China een hond zag die overgebleven etensresten van een diner oppeuzelde. Een hond! Terwijl in haar land uitgemergelde lichamen langs de weg lagen en mensen zelfs uitwerpselen uitpluisden op zoek naar onverteerde stukjes eten.
Inmiddels heeft Jang een nieuw leven opgebouwd in Canada, maar daar gingen flinke beproevingen aan vooraf. De hongersnood in de jaren 90 van de vorige eeuw, die honderdduizenden Noord-Koreanen het leven kostte en het wrede regime van Kim Jong Il dat haar dwong het land te verlaten. Ze werd mishandeld, verkocht als bruid en zat een tijdlang in een van de beruchte Noord-Koreaanse strafkampen. Ze beschreef haar ervaringen in ”De sterren tussen zon en maan”, dat onlangs verscheen bij uitgeverij De Fontein en vorige week in deze krant werd besproken. Een gesprek met Jang in haar woning in Toronto (Canada).
Noord-Korea is de meest totalitaire staat ter wereld. Het regime van de Kims hersenspoelt de bevolking al zeven decennia met een alomtegenwoordige persoonlijkheidscultus. Er komt nauwelijks onafhankelijke informatie van buitenaf het land in. Wat deed u besluiten om Noord-Korea te ontvluchten?
„Toen ik tijdens de hongersnood in de jaren negentig voor het eerst naar China ging, besefte ik eindelijk dat Noord-Korea níét het paradijs was dat het regime mij altijd had voorgehouden. Ik begreep dat de enige manier om een volwaardig en menselijk leven te leiden was door Noord-Korea te verlaten. Die gevoelens werden nog versterkt toen ik werd opgepakt in China en teruggestuurd naar Noord-Korea, waar ik in een strafkamp belandde.
Ook was ik net bevallen van een kind en het regime dreigde het te vermoorden. De vader was namelijk Chinees en kinderen uit een gemengd huwelijk worden niet geaccepteerd in het extreem nationalistische Noord-Korea. Mijn enige optie was: vluchten.”
In het boek beschrijft u hoe de verering van Kim Il Sung (de leider in Noord-Korea van 1945 tot 1994, CV) ieder jaar extremer werd. Hoe kan deze bizarre cultus overleven? Geloven mensen werkelijk die propaganda?
„Ja, het Noord-Koreaanse volk gelooft dat absoluut. Als kind worden ze al gehersenspoeld en krijgen ze te horen dat de Kims goden zijn. Ook ik geloofde het allemaal toen ik nog in Noord-Korea woonde. Het regime heeft voor alle tegenslagen een verklaring. Zo werd ons verteld dat de voedseltekorten de schuld waren van de Amerikanen en dat de Kimdynastie er alles aan deed om zo goed mogelijk voor de Noord-Koreaanse bevolking te zorgen. Als je geen toegang hebt tot buitenlandse media of andersoortige objectieve informatie, heb je geen andere keuze dan te geloven wat de staat je wijsmaakt.”
Noord-Korea kon vanaf de jaren 90 niet langer rekenen op de oude materiële en financiële steun van China en de Sovjet-Unie, maar weigerde om zijn communistische systeem aan te passen. Toen het land daarop ook nog eens getroffen werd door droogte en overstromingen, brak er een zware hongersnood uit. Honderdduizenden mensen stierven, tienduizenden anderen vluchtten naar Zuid-Korea of haalden voedsel uit China. Met gevaar voor eigen leven, want het land verlaten wordt gezien als verraad in Noord-Korea. Ook Jang bracht meerdere jaren door in China.
Hoe was uw eerste verblijf in China?
„Toen ik voor het eerst voet zette op Chinese bodem was het een totaal andere wereld dan die van Noord-Korea. De mensen hadden er ongekende vrijheid, ze aten wanneer ze wilden en droegen chique kleding. Ik had niet voor mogelijk gehouden dat een dergelijke maatschappij kon bestaan.
In China zorgt het mannenoverschot (als gevolg van de eenkindpolitiek, CV) ervoor dat veel vrijgezelle mannen een Noord-Koreaanse bruid proberen te kopen. Mensenhandelaars vertellen de vrouwen dat deze Chinezen hun „een veilig en aangenaam leven” in China kunnen bieden, inclusief de mogelijkheid om geld en voedsel te sturen naar hun families in Noord-Korea. Ook ik werd verkocht aan een Chinese man. Ik geloofde dat ik hierdoor een verblijfsstatus zou krijgen in China en mijn achtergebleven familie zou kunnen helpen.”
Dat bleek echter niet het geval. De Chinese politie vond Jang en stuurde haar terug naar Noord-Korea, waar haar het strafkamp wachtte wegens verraad aan de Grote Leider. Ze was niet de enige: op dit moment zitten circa 80.000 tot 120.000 mensen in zulke kampen.
In een VN-rapport uit 2014 werd Noord-Korea beschuldigd van nazipraktijken. In de strafkampen vinden executies, mishandeling en martelingen plaats. In uw boek beschrijft u uw wil tot overleven. Hoe wist u vol te houden onder deze erbarmelijke omstandigheden?
„Terwijl ik in het kamp zat, deed ik iedere dag opnieuw mijn best om de gruwelijke omstandigheden zo goed mogelijk te doorstaan en te overleven. Ik dacht continu: Ik kan niet sterven in Noord-Korea, ik wil leven. Ik deed voor zover dat kon mijn best om geestelijk en lichamelijk gezond te blijven. Ik at alles wat ik kon vinden, werkte wanneer ik de kans kreeg en probeerde mijn leven zinvol te maken.
Bovendien bleven gedetineerden gedreven om elkaar te helpen en bij te staan. Dat moest ook wel, want het is onmogelijk om in je eentje te overleven. Toen ik gevangenzat, hielp ik vrouwen die zwakker, ouder of zwanger waren door hun voedsel te geven en een deel van hun werk te doen. Zo hield je elkaar op de been.’
Bij het in stand houden van de strafkampen en de onderdrukking zijn duizenden mensen betrokken, van partijleden tot kampbewakers. Hoe kunnen zij hiermee doorgaan zonder gewetensbezwaren te krijgen? Waarom komt niemand tegen deze misdaden in opstand?
„Omdat het idee van mensenrechten niet bekend is bij Noord-Koreanen. Het regime maakt hen opzettelijk niet bekend met zoiets als mensenrechten en kiest er in plaats daarvan voor om er bij Noord-Koreanen vanaf zeer jonge leeftijd in te hameren dat iedereen die zich in de ogen van de Kims fout gedraagt, gestraft moet worden. Het maakt niet uit hoe belachelijk de overtredingen zijn, een misdaad tegen het systeem kan niet onbestraft blijven.
Het heeft tot gevolg dat Noord-Koreanen oprecht geloven dat het rechtvaardig is als iemand wordt mishandeld, gemarteld of geëxecuteerd vanwege het overtreden van een regel, zoals het kijken naar een Amerikaanse film. Daardoor hebben kampbewakers of de partijelite niet het idee dat ze iets verkeerd doen wanneer zij gruweldaden begaan. En zelfs als ze hun acties oneerlijk of extreem zouden vinden, hebben ze geen keuze om die al dan niet uit te voeren. Weigeren zou worden gezien als een daad van verzet tegen de Grote Leider – en dus hun eigen dood betekenen.”
Noord-Korea doet zich voor als een democratisch land waarin iedereen gelijk is. In uw boek beschrijft u echter dat dit niet het geval is. Hoe hebt u dit ervaren?
„Het beeld dat het regime schetst komt geenszins overeen met de werkelijkheid. Noord-Korea kent een strakke klassensamenleving. De keuzes van je familie bepalen hoe goed je het hebt. Waren je ouders of grootouders loyaal aan de partij dan heb je een relatief comfortabel bestaan. Maar heeft je familie in de ogen van de staat iets fout gedaan, dan kan je leven een verschrikkelijke wending nemen. Kim Il Sung bepaalde ooit dat voor een vergrijp van één persoon drie generaties naar een kamp mogen worden gestuurd.”
Wat vind u van de manier waarop de media verslag doen van Noord-Korea?
„Ik zou willen dat de media zich minder toeleggen op het maken van grappen over bijvoorbeeld het kapsel of het overgewicht van Kim Jong Un en meer zouden focussen op politieke zaken en mensenrechtenkwesties in Noord-Korea. Het is belangrijk dat er aandacht komt voor het lijden van het Noord-Koreaanse volk, dat onder verschrikkelijke omstandigheden leeft. Het was voor mij ongelooflijk zwaar en pijnlijk om te beschrijven wat ik heb moeten doorstaan, maar ik zie het als mijn morele plicht om de wereld te laten weten welk humanitair drama er plaatsvindt in mijn vaderland.”
Wat kan de wereld doen tegen de mensenrechtenschendingen in Noord-Korea?
„Er is al veel geprobeerd en veel pogingen worden bemoeilijkt omdat Noord-Korea het bestaan van de kampen botweg ontkent. Het enige advies dat ik wil geven is dat de wereld blijft doorgaan met het bekritiseren van het Noord-Koreaanse regime en mensen bewust blijft maken van wat er in het land gaande is. Ook moet de internationale gemeenschap beter luisteren naar de verhalen van Noord-Koreaanse vluchtelingen en naar hun suggesties om de situatie in het land aan te pakken. Zij zijn te lang genegeerd.”
Mede n.a.v. ”De sterren tussen zon en maan”, Lucia Jang en Susan McClelland; uitg. De Fontein, Utrecht, 2015; ISBN 978 9026 15843 0; € 16,99.