„Hef het op”, zei D66’er Stientje van Veldhoven woensdag in de Kamer. Ook Joël Voordewind (ChristenUnie) en Eric Smaling (SP) geven het geld liever aan iets anders uit. Tot 2017 is 175 miljoen euro voor exportfinanciering gereserveerd. In het eerste jaar van het fonds is hiervoor maar 17 miljoen uitgegeven.

Ploumen heeft „wel wat zorgen” over de exportfinancieringspoot van het fonds dat officieel het Dutch Good Growth Fund (DGGF) heet. Maar ze vindt het nog te vroeg om op te geven. Het is volgens haar niet duidelijk waarom dit onderdeel van het fonds, waarin totaal 700 miljoen zit, niet werkt. Ze wil er in elk geval meer bekendheid aan gaan geven.

Naast exportkredieten zijn de twee andere onderdelen van het fonds de financiering van het mkb in ontwikkelingslanden en de financiering van het Nederlandse mkb dat wil investeren in lage- en middeninkomenslanden. Vooral de steun aan het mkb in ontwikkelingslanden is een groot succes.

De minister is tevreden over de tussentijdse resultaten van het fonds dat ook extra aandacht aan jonge en vrouwelijke ondernemers en zakenlieden in fragiele staten besteedt. „Hiermee hebben we de spijker op z’n kop geslagen.” Het fonds moet banken laten zien dat investeren in het mkb in ontwikkelingslanden loont en ertoe leiden dat ze hierin geld gaan stoppen.