Hoewel het hof de kleedkamerfilms, anders dan de rechtbank in Alkmaar, wel beschouwt als kinderporno, is de effectieve celstraf voor C. dezelfde als die van de rechtbank. Volgens het hof wijken de films te veel af van ‘regulier’ kinderpornografisch materiaal om daarvoor een hogere straf op te leggen.

Aan de straf voor C., die niet meer terug hoeft in de cel, is een proeftijd van drie jaar gekoppeld. In die periode mag hij niet met minderjarigen werken en zich niet op of in de buurt van hockeyvelden vertonen. Ook moet hij zich laten behandelen voor zijn voyeurisme en zijn seksuele belangstelling voor jonge meisjes.

C. filmde vanuit in de kleedkamers van de Wassenaarse hockeyclub HGC en de Haagse club HDM jarenlang honderden meisjes en vrouwen. De politie kwam hem op het spoor toen een deel van zijn filmmateriaal werd gevonden in een locker in een verzorgingshuis in Voorburg, dat zou worden gesloopt.

Het hof verweet de licht verminderd toerekeningsvatbare C. een slinkse werkwijze en noemde de jarenlange inbreuk die hij maakte op de privacy van kwetsbare tienermeisjes „onaanvaardbaar”. Daarnaast heeft hij als trainer het vertrouwen beschaamd dat hij van speelsters, ouders en verenigingen kreeg, aldus het hof. De omvang van de collectie kinderpornografisch materiaal die C. in zijn bezit had, was meer dan 100.000 afbeeldingen.

Het Openbaar Ministerie (OM) toonde zich tevreden met de uitspraak, met name door het oordeel van het hof dat de kleedkamerfilms kinderpornografisch van aard zijn. C.’s advocaat Michael Berndsen was het oneens met die kwalificatie, maar was blij dat het hof alleen het voorwaardelijke deel van de celstraf verzwaarde.