Wereldwijde ontzetting over bloedbad Madrid
In de hele wereld is donderdag geschokt gereageerd op het bloedbad dat tien bommen in en rond Madrileense forensentreinen aanrichtten. Duizenden Spanjaarden zijn donderdagavond de straat opgegaan om hun afschuw te uiten.
De regering heeft opgeroepen vrijdagavond massale bijeenkomsten te houden. De Baskische regeringsleider Ibarretxe vroeg de Basken donderdagavond reeds ingetogen hun walging over het geweld te tonen. In Spanje zijn drie dagen van nationale rouw afgekondigd. Er vielen naar schatting 200 doden en 1250 gewonden bij de aanslagen in Madrid.
De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft in een speciale zitting de aanslagen in Madrid veroordeeld en bestempeld als „een bedreiging van vrede en veiligheid". Alle lidstaten worden opgeroepen mee te werken aan de opsporing en vervolging van de daders. Aan Spaanse grens in Frankrijk zijn onmiddellijk strenge grenscontroles ingevoerd. Het uiterste zuidwesten van het land geldt nog steeds als een toevluchtsoord voor Baskische extremisten. Dat zijn vooralsnog de hoofdverdachten van de aanslagen.
De Duitse bondskanselier Schröder heeft Spanje hulp aangeboden bij het recherchewerk. Schröder vreest dat de aanslagen aangeven dat er „een nieuwe kwaliteit" terrorisme in Europa is opgedoken, die nog voor veel problemen zal zorgen.
De Franse president Chirac heeft gezegd dat de democratieën in de strijd tegen het terrorisme elkaar moeten bijstaan. Het thema terrorisme versus democratie is donderdag door tal van Europese leiders aangestipt. De aanslagen waren „een oorlogsverklaring aan de democratie" volgens de voorzitter van het Europees Parlement Pat Cox. Dat parlement benoemde volgens Spaanse media 11 maart als Europese Dag van de Slachtoffers van het Terrorisme. De Ierse premier en EU–voorzitter Bertie Ahern sprak van een aanslag op het democratische proces.
De Nederlandse premier Balkenende heeft zijn medeleven betuigd aan zijn Spaanse collega Aznar. Balkenendes minister van Buitenlandse Zaken Bot zag in de lafhartige aanslagen een onderdeel van een „soort derde wereldoorlog" met het internationaal terrorisme. Hij meende dat er misschien meer maatregelen noodzakelijk zullen zijn voor het beveiligen van democratie en rechtsstaat.
Premier Aznar van Spanje zei al in zijn reacties dat de terroristen zullen worden verslagen met „sterke wetten".
De Amerikaanse president Bush heeft verzekerd dat de VS Spanje steunen in de strijd tegen het terrorisme. Een Amerikaanse regeringswoordvoerder zei dat de VS nog geen aanwijzingen hebben dat er een andere organisatie achter de aanslagen zit dan de ETA. In Baskenland en Zuid–Frankrijk hebben een paar politici van de politieke vleugel van de ETA met kennelijke verbijstering gereageerd op de aanslagen.
Die zouden door hun bloedigheid en het uitblijven van een waarschuwing vooraf niet het werk zijn van de separatistische extremisten van ETA. Sommige specialisten vrezen dat er mogelijk een afsplitsing van de extremistische ETA aan het werk is, zoals de splintergroepjes die in Noord–Ierland de extremistische IRA verlieten en als terrorist ’voor zichzelf begonnen’.