Een van de nieuwe manieren is een beloning voor langzaam rijden. In Amsterdam en Rotterdam zijn proeven gedaan waarbij wijkverenigingen geld van de gemeente krijgen als bewoners zich aan de snelheid van 30 kilometer per uur houden. Een bord maakt bij het passeren direct zichtbaar hoeveel geld de wijk op dat moment heeft bijverdiend. Bij een overtreding gaat er geld van af.

„Een cadeautje maakt dat een ander wat terugdoet”, is volgens Slinger de wetenschappelijke gedachte daarachter. Ervaring met beloningsprojecten om mensen buiten de spitsuren met de auto te laten reizen, laat zien dat belonen effect heeft en dat dat voor een deel ook blijvend is.

In onder meer de provincie Zeeland wordt geëxperimenteerd met stickers op vrachtwagens waarop staat dat de chauffeur zich aan de maximumsnelheid houdt. „Het idee erachter is dat chauffeurs die de stickers zelf bevestigen sneller de neiging hebben zich aan de snelheid te houden. Mensen maken een afspraak met zichzelf.” Ondertussen wijzen ze medeweggebruikers op voorbeeldig gedrag.

Ook leren boeren in opleiding aan basisschoolleerlingen hoe ze zich veilig kunnen gedragen als zich landbouwverkeer op de weg bevindt. Door deze boodschap herhaaldelijk zelf te vertellen gaan niet alleen de jonge boeren zelf zich beter gedragen, maar worden jonge kinderen daar ook in meegenomen. Zo worden verschillende technieken uitgeprobeerd.

„De effecten van die methodes zijn nog niet allemaal duidelijk, maar de proeven en de evaluaties daarvan hebben we wel nodig om te weten te komen wat wel en niet werkt. Zachte maatregelen kosten minder, maar moeten voor een langdurig effect wel regelmatig worden herhaald.”