De aanslagen zijn nog niet opgeëist, waardoor de Turkse regering nog in het duister tast over de hoek waaruit de aanval kwam.

Eerder stond het dodental nog op 97 en werden meer dan vierhonderd gewonden gemeld. Onder de slachtoffers zijn veel mensen die op het punt stonden te beginnen aan een vredesmars. Ze wilden daarmee laten zien dat ze fel tegen het gewapende conflict zijn dat in het zuidoosten van het land woedt tussen het Turkse leger en strijders van de Koerdische arbeiderspartij PKK. Daar zijn de afgelopen weken vaak mensen om het leven gekomen door geweld. De meeste mensen waren aanhangers van Koerdische en pro-Koerdische partijen. De mars werd afgelast.

Een logische gedachte zou zijn dat de aanslag is gepleegd door tegenstanders van de Koerden, maar premier Ahmet Davutoglu houdt er ook rekening mee dat de aanslag uit het kamp van de Koerden komt. Na overleg met de veiligheidsdiensten, lokale autoriteiten en zijn ministers van Binnenlandse Zaken en Volksgezondheid kwam hij met een verklaring dat de verdachten moeten worden gezocht bij Islamitische Staat (IS), de arbeiderspartij PKK of de marxistisch-leninistische organisatie DHKP-C. Kortom, de verantwoordelijken kunnen overal zitten.

De aanslagen waren voor tegenstanders van president Recep Tayyip Erdogan het sein de straat op te gaan en te protesteren tegen de in hun ogen falende regering. Dat deden in Istanboel enkele honderden. Ze houden de Turkse regering verantwoordelijk voor het geweld, of meer het toelaten ervan. „Erdogan rot op”, riepen ze en ook zijn regerende partij AKP moest het ontgelden. „Moordenaars AKP”, klonk het.

Wie ook verantwoordelijk is, Davutoglu kondigde in elk geval drie dagen van nationale rouw aan om de slachtoffers te gedenken. Hij noemde de aanslagen een aanval op het Turkse gevoel van eenheid, de democratie en de stabiliteit in het land. Dat werd onderschreven door bondskanselier Angela Merkel uit Duitsland, die haar medeleven betuigde en de aanslag een „laffe daad” noemde. Minister Bert Koenders (Buitenlandse Zaken) sprak van een „een afschuwelijke terroristische aanslag op een vreedzaam protest van mensen die zich juist uitspreken tegen het oplaaiende geweld”.

De Amerikaanse president Barack Obama heeft president Erdogan over de telefoon gecondoleerd. Hij heeft gezegd dat de Amerikanen met de Turken blijven strijden tegen terrorisme.