Dat zei het Goudse D66-raadslid Van den Haak vrijdag op een door de plaatselijke SGP georganiseerde debatavond over onder meer godsdienstvrijheid. „Als er in een bepaalde plaats drie trouwambtenaren zijn, en van hen heeft er één vanwege zijn geweten moeite mee om homohuwelijken te sluiten, dan denk ik: Waar zouden we nu toch moeilijk over doen? Iedereen, homo of niet homo, kan in die gemeente toch trouwen? Kijk, als er in een gemeente maar één trouwambtenaar is, en die is gewetensbezwaard, dan kun je daar als homo niet trouwen. Dán moet ik als D66’er principieel zijn: dat kan niet, dat mag niet.”

Van den Haak beseft dat zijn partijgenoten aan het Binnenhof de achterliggende jaren scherpere posities betrokken. Door een initiatiefwet van onder meer D66 mogen gemeenten tegenwoordig geen gewetensbezwaarde trouwambtenaren meer in dienst nemen. Van den Haak: „Als mijn partij zeg: En nu moet íédereen homo’s willen trouwen, dan zeg ik: Daar zit ik als persoon anders in. Op die manier loop je toch het risico, vind ik, dat je even onverdraagzaam wordt als de minderheidsgroepering waarmee je het nu juist oneens bent.”

De debatavond was door de Goudse SGP georganiseerd naar aanleiding van de dit jaar nogal tumultueus verlopen maatschappelijke en politieke discussie over de komst van een zogeheten megamoskee. Begin juli stemde de Goudse gemeenteraad het collegeplan om in de voormalige Prins Willem-Alexander kazerne onder meer een groot islamitisch centrum te vestigen, af. Het debat van gisteravond, waaraan ook SGP-fractievoorzitter Versteeg deelnam, was bedoeld om terug te blikken op het besluitvormingsproces rond de moskee en op de beweegredenen van voor- en tegenstanders. Daarbij was vrijdag ook nadrukkelijk aandacht voor het aspect godsdienstvrijheid.

Van den Haak, die gewerkt heeft als arts en consultant, zit sinds 2006 in de Goudse gemeenteraad. Commissievergaderingen over de bestemming van de PWA-kazerne zat hij gewoonlijk voor. De D66’er („Ik ben dogmatisch antidogmatisch”) lichtte gisteravond toe hoe hij in het leven staat. „Ik ben katholiek opgegroeid en getrouwd met een hervormde vrouw. Die combinatie was destijds nog best wat problematisch. Toch heb ik het vertrouwen van mijn schoonmoeder snel gewonnen, toen ze inzag dat ook ik mijn moraliteit had, en dat die in de praktijk niet eens altijd zoveel verschilde van de hare.”

Op de stelling dat de Bijbelse Tien Geboden ook zeggingskracht hebben voor niet-christenen reageerde Van den Haak („Even snel mijn geheugen afgraven wat daar ook alweer in staat”) instemmend. „Naar mijn gevoel leef ik al mijn hele leven volgens de Tien Geboden. Maar ik zeg er wel iets bij. Ik trek er soms andere conclusies uit dan orthodoxe christenen doen.”

Zich aan één uitleg van de Tien Geboden conformeren, kan en wil hij niet. „Ik stel vast dat christenen het onderling vaak lang niet eens zijn over leerstellingen en leefregels. Dan kun je van mij ook niet vragen het zomaar met één uitleg eens te zijn.”