Archief Herman Dooyeweerd helemaal ontsloten
AMSTERDAM. Het archief van de calvinistische wijsgeer Herman Dooyeweerd (1894-1977) is helemaal in kaart gebracht. Maar hoe zit het met de relevantie van deze filosoof? Leerlingen en oud-studenten waren er donderdag in Amsterdam verdeeld over.
Het archief van Dooyeweerd in de collectie van het Historisch Documentatiecentrum van de VU (HDC), bestaande uit 9,5 meter, ligt klaar voor onderzoek nu de inventaris is afgesloten. In het sterfjaar van Dooyeweerd, 1977, werd het archief in dik zeventig dozen naar de VU gebracht. Reden voor het HDC om samen met de Stichting Christelijke Filosofie een symposium over Dooyeweerd en zijn betekenis te beleggen. Bovendien was het vijftig jaar geleden dat Dooyeweerd met emeritaat ging als hoogleraar rechtsfilosofie aan de VU.
Oudgedienden
Er waren donderdag veel oudgedienden uit de wereld van de filosofie aanwezig, zoals prof. A. P. Bos en prof. E. Schuurman, maar ook de Utrechtse godsdienstfilosoof prof. V. Brümmer, die veel theologiestudenten in de glorietijden van de theologische faculteit van de Universiteit Utrecht inwijdde in de wijsgerige begripsanalyse.
Dooyeweerd maakt nog steeds veel los, zo blijkt tijdens de lezingen. Prof. A. Soeteman, emeritus hoogleraar rechtsfilosofie aan de VU, volgde ooit colleges bij Dooyeweerd. Enthousiast was hij niet. Hij begreep bijvoorbeeld niet hoe je van mening kon zijn –zoals Dooyeweerd– dat alle denken religieus bevooroordeeld is, want dat zou ook moeten gelden voor de reformatorische wijsbegeerte. Soeteman had dezelfde ervaring als prof. B. Goudzwaard, die het moeilijk te verteren vond dat Dooyeweerd vrijwel al zijn onderscheidingen in de werkelijkheid rechtstreeks terugvoerde op de Schepperswil van God, met voorbijgaan van de beperkte kennis van de mens.
Dr. R. Kuiper, rector van Theologische Universiteit Kampen, is nog steeds laaiend enthousiast over Dooyeweerd. Deze deed volgens hem aan „verzoeningspolitiek”: in alle sociale en politieke ontwikkelingen is er altijd een perspectief van verzoening en nieuw evenwicht, mede gebaseerd op Gods algemene genade. De waarde van Dooyeweerd is dat de samenleving bij hem geen abstract geheel is, maar een verscheidenheid kent, betrokken op elkaar via duurzame verbanden als staat, kerk en gezin.
Jurist en filosoof B. Hengstmengel plaatst Dooyeweerd in de christelijk-augustijnse traditie van „het denken met het hart”, het filosoferen over de werkelijkheid vanuit de geestelijke kern van de mens. Typerend voor Dooyeweerd was dat christelijke filosofie altijd in gesprek is met en gekleurd door de eigen tijd.
Maar, zo vraagt prof. dr. J. H. van Bemmel, zodra het in de huidige wetenschap over religie gaat, is er onder de wetenschappers geen gesprek meer mogelijk. Hengstmengel: „Misschien dat christenen in Nederland toch meer lef moeten hebben. Je kunt echter niet bij elkaar komen door maar goed te filosoferen, wel kun je ontdekken waar de eigenlijke tegenstellingen zich afspelen.”
Brieven
HDC-medewerker Jasper Verhoogt vertelt over de inhoud van de inventaris, die een compleet en gevarieerd beeld geeft van al de functies en werkzaamheden van Dooyeweerd. En bijna duizend brieven. Echter: geen brieven van zijn zwager en filosoof D. H. Th. Vollenhoven. De zwagers lazen elkaars boeken niet, weet prof. Bos te vertellen, zich baserend op de boeken die hij kreeg uit de bibliotheek van Vollenhoven.
De tijden zijn veranderd op de VU. Toen R. Kuiper in 1981 aan de universiteit kwam, werd de wijsbegeerte der wetsidee (de titel van het hoofdwerk van Dooyeweerd) aan alle eerstejaarsstudenten onderwezen. De invloed van Dooyeweerd is er nog wel, maar je moet die gericht zoeken, zegt Hillie van de Streek, wetenschappelijk directeur van de Stichting voor Christelijke Filosofie, desgevraagd.
Prof. Brümmer, zelf op Dooyeweerd gepromoveerd, ziet desgevraagd een zwakke en tijdgebonden plek bij Dooyeweerd: zijn beïnvloeding door Immanuel Kant en diens kritiek op het theoretische denken. „Dooyeweerds systeem heeft meer met Kant dan met Calvijn te maken. Hij was een neokantiaan die zich bezighield met de fundering van het theoretisch denken. Hij probeerde zo in contact met andersdenkenden te komen, maar is daarin niet geslaagd.” Veel verwachting van de christelijke filosofie in Nederland heeft Brümmer niet, vergeleken met die in Amerika. Somber is de Utrechtse oud-hoogleraar over de theologie in Nederland. „De hele theologie is hier geïmplodeerd.”