Binnenland

Boek over Tweede Wereldoorlog in Hoeksche Waard

Eén eskader Duitse bommenwerpers vloog door en verwoestte op 14 mei 1940 de binnenstad van Rotterdam. Het andere boog af, maar wilde zijn bommen ook kwijt. Die vielen onder meer op Cillaarshoek, Strijen en Strijensas.

L. Vogelaar
8 October 2015 20:21Gewijzigd op 15 November 2020 22:25
De Joden vertrekken uit Oud-Beijerland. beeld A. Duifhuizen
De Joden vertrekken uit Oud-Beijerland. beeld A. Duifhuizen

Het is een van de ingrijpende gebeurtenissen die worden beschreven in ”Oorlog in de Hoeksche Waard 1940-1945” (uitg. Museum Hoeksche Waard), het overzichtswerk over de Tweede Wereldoorlog in de Hoeksche Waard dat morgen wordt gepresenteerd.

Het boek sluit aan bij een gelijknamige expositie die tot voorjaar 2016 in Museum Hoeksche Waard te bezichtigen is. Het museum is gehuisvest in twee monumentale panden aan de dijk in Heinenoord: ’t Hof van Assendelft en boerderij Oost-Leeuwenstein. Beide zijn de afgelopen jaren na restauratie opnieuw ingericht. ”Oorlog in de Hoeksche Waard 1940-1945” is de eerste grote wisselexpositie na de heropening.

Het uitgestrekte polderland ten zuiden van Rotterdam lag niet alleen aan het begin, maar ook aan het einde van de oorlog aan het front waar hevig werd gevochten. De tussenliggende jaren waren eveneens diep ingrijpend. De synagoge in Strijen en begraafplaatsen in Strijen en Oud-Beijerland herinneren aan de Joodse gemeenschap, waarvan na de oorlog nauwelijks iets over was.

De rust van de Hoeksche Waard werd soms ruw verstoord. Zo lieten Engelse vliegtuigen op 25 oktober 1940 bommen vallen op de suikerfabriek van Puttershoek. Dat kostte 23 mensen het leven. Op 12 oktober 1944 viel er een vliegtuigbom op het huis van Johannes Merkx aan de Oostkade in Oud-Beijerland. Het hele gezin kwam om, evenals hun twee jonge evacués van Flakkee en een weduwe die in de buurt was.

Onjuist is de weergave van de houding die de kerken innamen: „Van de Nederlandse kerkgenootschappen sprak alleen de Nederlandse Hervormde Kerk zich tegen de nazi’s uit. De gereformeerde synode was voor aanpassing aan het Duitse regime.”

In de Hoeksche Waard zijn 207 personen lid van de NSB geweest. Veel politieagenten werkten met de Duitsers mee, maar het ging ook weleens anders. Tijdens een inval op een boerderij in Piershil gaf de NSB-commandant opdracht de boerderij te omsingelen. Dat gebeurde, maar de agenten gingen met hun rug naar de gebouwen staan, zodat ze niet zagen –niet wílden zien– dat de onderduikers in de schuur wegkropen.

Onder water

Op een zondag werden de Moerdijkbruggen gebombardeerd. De kerk van Strijen trilde op haar grondvesten en er ontstond paniek onder de kerkgangers. Ds. Korevaar liet echter Psalm 33:10 zingen: „Zijn machtig’ arm beschermt de vromen en redt hun zielen van den dood.”

Het verzet, nachtelijke wapendroppings, onderduik, verraad en liquidatie, wraakacties van de Duitsers, maatregelen die de landbouw bemoeilijkten, schaarste en gebrek, zwarte handel en hongertochten, het komt in het boek allemaal aan bod.

Begin 1944 werd een deel van de Hoeksche Waard onder water gezet, evenals het eiland Tiengemeten. Duizenden inwoners werden van huis en haard verdreven en moesten voor woning, werk, kerk en school een tijdelijke oplossing zoeken. De evacuatie had nieuwe conflicten én nieuwe vriendschappen tot gevolg.

Licht ontvlambaar

In de herfst van dat jaar, toen de geallieerden oprukten, kwam de Hoeksche Waard in de vuurlijn te liggen. Uit het bevrijde zuiden van Nederland verdreven Duitse militairen zochten hun toevlucht in de waard, anderen werden erheen gedirigeerd om de geïnundeerde frontlinie te verdedigen.

„Het oorlogsklimaat was ondertussen veel grimmiger geworden en de in het nauw gedreven bezetter was licht ontvlambaar, ordelozer en gewetenlozer geworden”, schrijven de vijf auteurs. „Niets was meer veilig voor de grenzeloze vernielzucht van de bezetter”, noteerde oud-verzetsman Cees van Brakel, die illegaal in het ontvolkte Zuid-Beijerland was achtergebleven. „Haast alle door de bewoners achtergelaten huisraad werd door hen gestolen of vernield. Vensterluiken en deuren werden van en uit de huizen gesloopt. Ze dienden voor het afbouwen van mitrailleurnesten en andere versterkingen of werden als brandhout gebruikt.”

Eindelijk, mei 1945: „Onder onbeschrijfelijke geestdrift is een Canadese bevrijdingspatrouille deze middag door onze dorpen getrokken.” Na vijf jaar waren de Duitsers eindelijk weg.

De littekens bleven. In dit boek zijn voor het eerst de namen bijeengebracht van alle oorlogsslachtoffers in en afkomstig uit de Hoeksche Waard. Het waren er 362.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer