’Armoede in Australië is onhoudbaar’
De armoede in Australië ligt op een ‘onacceptabel en onhoudbaar’ niveau. Tot eenvijfde van de Australiërs heeft nauwelijks genoeg geld om hun kinderen te voeden en aan te kleden. Dat blijkt uit een rapport van een Australische parlementscommissie, dat donderdag is gepresenteerd.
Het rapport is gebaseerd op het eerste onderzoek naar de armoede in Australië in dertig jaar. Volgens het rapport leeft 21 procent van de Australische huishoudens van minder dan vierhonderd Australische dollar (240 euro) per week. Dat is minder dan het minimumloon van zo’n 430 Australische dollar (260 euro). Ter vergelijking gaf het rapport de gemiddelde huurprijs van een huis in Sydney, de grootste stad van Australië. Die prijs ligt rond de 260 Australische dollar (160 euro).
Het rapport gaf geen duidelijke definitie van wat onder armoede moet worden verstaan. Het stelde dat de inwoners van een gendustrialiseerd land als Australië arm genoemd kunnen worden als zij niet de beschikking hebben over ‘de inkomstenbronnen die nodig zijn om er de levensstijl en consumptiepatronen op na te houden van de gemiddelde bevolking’. De meeste arme Australiërs zijn volgens het rapport te vinden onder de Aboriginals, werklozen, gehandicapten, eenoudergezinnen, bejaarden, migranten en vluchtelingen. Werkloosheid is de belangrijkste oorzaak van de armoede in Australië.
De liberale Australische premier John Howard verwierp het onderzoek van de parlementscommissie en zei dat de sterke economie van Australië en de recente veranderingen in de sociale wetgeving de armen juist erg hebben geholpen. ‘Je kunt zeggen dat de rijken rijker zijn geworden, maar niet dat de armen armer zijn geworden’, aldus de premier. Howard zei bovendien dat de door de oppositiepartij Labour gedomineerde parlementscommissies altijd ‘het einde van de wereld voorspellen’. De parlementscommissie die de armoede onderzocht bestond uit drie leden van Labour, twee van Howards eigen Liberale Partij en een onafhankelijke senator.