Smokkelaars proberen nucleair materiaal te slijten aan IS
Radioactief materiaal in handen van islamitische terroristen is de nachtmerrie van elke veiligheidsdienst. In Moldavië boden smokkelaars nucleair materiaal aan IS aan. Met dank aan de KGB.
Sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, eind jaren 80, wordt gevreesd dat terroristen waar ook ter wereld de hand zullen weten te leggen op nucleaire grondstoffen. Niet dat ze daarmee ook direct in staat zouden zijn een atoomwapen te produceren. Daar is veel specialistische kennis en apparatuur voor nodig. Maar wél zouden ze daarmee een zogenaamde ‘vuile bom’ kunnen maken – een explosief gevuld met radioactief materiaal dat levensgevaarlijke straling kan verspreiden.
En radioactief materiaal is er genoeg. Wereldwijd is er naar schatting tussen de 1300 en de 1600 ton hoogverrijkt uranium en 500 ton plutonium opgeslagen. Ter vergelijking: voor het maken van een ‘simpele’ atoombom is 25 kilo hoogverrijkt uranium of 8 kilo plutomium al voldoende. En dan is er nog een onbekende hoeveelheid radioactief materiaal dat voor medische en wetenschappelijke doeleinden wordt gebruikt.
Dat materiaal wordt niet altijd even goed bewaakt. Sommige nucleaire installaties in Rusland en andere voormalige Sovjetrepublieken worden slechts met een hek en één bewaker beveiligd.
En dus zijn er sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie zeker twintig gevallen van diefstal van hoogverrijkt uranium en plutonium gerapporteerd. Het aantal ontvreemdingen van andere radioactieve stoffen ligt veel hoger.
In totaal zou alleen al in de periode 1992 tot 1995 meer dan 15 kilo hoogverrijkt uranium en plutonium zijn onderschept. Maar ook in de jaren daarna werden kleinere hoeveelheden aangetroffen, vooral in voormalige Sovjetrepublieken en landen rond de Zwarte Zee.
Persbureau AP publiceerde deze week de resultaten van een recent onderzoek naar de smokkel van radioactief materiaal. Veel lijnen lijken daarbij naar Moldavië te lopen. In samenwerking met de Amerikaanse FBI hebben de autoriteiten de afgelopen vijf jaar zeker vier keer een partij radioactief materiaal onderschept die door criminele bendes aan extremistische organisaties in het Midden-Oosten te koop werd aangeboden.
De laatste keer was afgelopen februari. Toen werd een smokkelaar opgepakt die een grote hoeveelheid van de dodelijke stof cesium aanbood. Tegen de infiltrant die met hem in contact was gekomen, verklaarde de crimineel dat hij het spul specifiek aan terreurbeweging Islamitische Staat wilde verkopen.
Opmerkelijk is volgens het onderzoek dat veel van deze criminele organisaties banden hebben met de voormalige Russische geheime dienst KGB en ook met diens opvolger FSB. Daardoor hebben zij vermoedelijk toegang tot kennis over opslagplaatsen en de beveiliging daarvan.
De Moldavische politie heeft naar eigen zeggen de resultaten van het onderzoek met persbureau AP gedeeld om de zorgen te delen over de groeiende zwarte markt in radioactief materiaal. Volgens haar leidt het gebrek aan samenwerking tussen Rusland en de Verenigde Staten ertoe dat er steeds minder zicht komt op de routes die smokkelaars gebruiken om hun waar uit Rusland te krijgen. Zij waarschuwen dat er inmiddels aanzienlijke hoeveelheden verdwenen zijn.
„We kunnen meer van dit soort zaken verwachten”, waarschuwt Constantin Malic, een Moldavische politieman die bij het onderzoek naar alle vier de zaken betrokken was.
Het onderzoek legt echter ook de zwakte van de Moldavische aanpak van het smokkelprobleem bloot. De Moldaviërs pakken vaak de eerste de beste smokkelaar op die zij via infiltratie of ander speurwerk op het spoor zijn gekomen. Daardoor wordt het criminele netwerk gewaarschuwd en krijgt het de kans de smokkelwaar in veiligheid te brengen en zijn werkterrein te verplaatsen.
De Moldavische veiligheidsdiensten zijn er lang niet zeker van dat zij met deze arrestaties alle pogingen om radioactief materiaal aan terroristen te verkopen hebben onderschept. Evenmin is dus duidelijk of Islamitische Staat al niet de hand op dergelijke stoffen heeft weten te leggen. IS heeft in het verleden wel duidelijk gemaakt dat het er niet voor zal terugdeinzen massavernietigingswapens te gebruiken. Volgens het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten heeft IS al een aantal keren chemische wapens in Syrië ingezet.
In zijn propagandamagazine Dabiq verklaarde IS al dat zijn inkomsten zo hoog zijn dat het waarschijnlijk nog dit jaar een nucleair wapen zou kunnen kopen. Dat zou dan vermoedelijk in Pakistan zijn. Islamitische Staat verdient naar schatting enkele miljoenen dollars per dag doordat het enkele olievelden heeft veroverd en de opbrengsten daarvan opstrijkt.
Ook vorig jaar beweerde een Brits IS-lid al dat de beweging uranium in handen had gekregen na de bezetting van een universiteit in het Noord-Iraakse Mosul. Dat materiaal zou inmiddels tot een vuile bom zijn verwerkt om westerse hoofdsteden te treffen.
De Amerikaanse veiligheidsdiensten betwijfelen of IS daadwerkelijk over dit wapentuig beschikt. En als dat wel zo is, wordt betwijfeld of de beweging in staat is dat Syrië of Irak uit te smokkelen.