Daarin waarschuwt het fonds dat na jaren van crisis de stabiliteit van de financiële sector nog altijd niet is verzekerd en dat de kans op nieuwe problemen groot blijft. Het grootste gevaar komt daarbij, in tegenstelling tot de afgelopen jaren, niet uit de Verenigde Staten of de eurozone, maar van de opkomende markten.

Daar zwakt de groei de komende tijd verder af door de forse daling van grondstofprijzen en het einde van de kredietexplosie van de afgelopen jaren. Dit heeft wereldwijd grote gevolgen, omdat de rol van de opkomende markten de afgelopen jaren sterk is gegroeid en problemen zich via de financiële markten als een olievlek over de wereld kunnen verspreiden.

Om zware economische schade te voorkomen, moeten de problemen internationaal worden aangepakt, stelt het IMF. Daarbij staat vooral China voor de zware taak om zijn economie meer te richten op de binnenlandse vraag, terwijl bedrijven en consumenten hun hoge schuldenlast moeten afbouwen.

In de eurozone moeten de problemen in de bankensector verder worden aangepakt. Door slechte leningen volledig op te ruimen, ontstaat bij de banken in de eurolanden volgens het fonds uiteindelijk ruimte om voor zo’n 600 miljard euro aan nieuwe leningen te verstrekken

Een verdere stabilisering van de financiële sector kan de wereldeconomie de komende jaren verder vooruit helpen. Een verkeerde aanpak zet echter een zware rem op de groei, voorspelt het fonds. In een scenario waarbij de problemen slecht worden aangepakt is de internationale economie over twee jaar 3 procent kleiner dan als de normalisering slaagt.

Het IMF herhaalde zijn oproep aan het stelsel van Amerikaanse centrale banken, Federal Reserve, om de rente in de VS pas te verhogen als er duidelijk sprake is van een toenemende inflatie en verder herstel op de Amerikaanse arbeidsmarkt. De Europese en Japanse centrale banken moeten volgens het fonds blijven optreden tegen de dreiging van structureel dalende prijzen (deflatie).