Asscher: Nederland wordt op de proef gesteld
DEN HAAG (ANP). „We worden als land danig op de proef gesteld”. Vicepremier Lodewijk Asscher zei dat woensdag over de gebeurtenissen in Oranje, het Drentse dorpje dat dinsdagavond protesteerde tegen de komst van nog eens zevenhonderd vluchtelingen in de noodopvang.
„Ik begrijp de woede en de emotie en begrijp dat mensen zich verraden voelden.” Maar dat is volgens Asscher nooit een excuus om de grens over te gaan van geweld en bedreigingen of over te gaan tot bekladdingen met hakenkruisen. Ook het belagen van de auto van staatssecretaris Klaas Dijkhoff (Veiligheid en Justitie) kan niet. „Je kunt het altijd relativeren en bagatelliseren maar daar hebben we slechte ervaringen mee in dit land.”
Asscher zei dat Dijkhoff voor de keuze stond: zevenhonderd mensen op straat laten slapen of gebruik laten maken van de zevenhonderd lege bedden in Oranje. „Het is niet leuk om te doen, maar het hoort bij ons werk.” Een andere keuze was er niet, aldus de vicepremier.
Volgens Asscher voelt het kabinet een morele verplichting om mensen die op de vlucht zijn voor gruwelijk geweld in Syrië hier in Nederland niet op staat laten te slapen. Tegelijk begrijpt hij de zorgen of Nederland dit wel trekt. „Hoe groot de woede en de frustratie ook zijn, laten we als land het hoofd koel houden, laten we wel de redelijkheid vasthouden en ons blijven verplaatsen in de ander.” Zolang het geweld in Syrië niet is gestopt en de opvang in de regio niet op orde is, zal Nederland vluchtelingen moeten blijven opvangen, aldus Asscher.