Buitenland

Twee Kroaten melden zich bij tribunaal

Twee Kroatische generaals buiten dienst zijn donderdagochtend vanuit de hoofdstad Zagreb per vliegtuig vertrokken naar Nederland. Zij zullen zich daar melden bij het Joegoslavië-tribunaal. Dat wil de twee vervolgen wegens oorlogsmisdaden tegen Serviërs.

Buitenlandredactie
11 March 2004 12:07Gewijzigd op 14 November 2020 01:02

Kroatië kondigde vorige week al aan dat de twee zich aan het tribunaal zouden overgeven. De komst van de generaals geldt als de eerste tegemoetkoming van de nieuwe Kroatische regering aan de wensen van het VN-hof. Samenwerking met het hof is voorwaarde om kandidaat-lid van de Europese Unie te worden en toetredingsonderhandelingen te kunnen beginnen. De nieuwe centrumrechtse regering wil het vertrouwen van het westen winnen om snel vorderingen te maken op weg naar EU-lidmaatschap.

Kort voor hun vertrek uit Zagreb herhaalden de twee generaals buiten dienst Mladen Markac (48) en Ivan Cermak (54) dat zij niet schuldig zijn aan de ten laste gelegde feiten. Zij zijn aangeklaagd wegens hun rol bij de verovering van de Krajina-republiek van de Kroatische Serviërs door het leger van president Tudjman van Kroatië in 1995.

Honderdduizenden etnische Serviërs, die al vele generaties lang in Kroatië leefden, werden toen verdreven; achtergebleven bejaarde Serviërs werden vermoord.

Cermak en Markac zijn aangeklaagd wegens misdaden tegen de mensheid en oorlogsmisdaden, zoals moord, plundering en etnische vervolging. Cermak was op het moment van de feiten commandant van het Knin-garnizoen van het Kroatische leger. Markac was commandant van de speciale politie van het ministerie van Binnenlandse Zaken.

De leider van het verzet van de moslims van Srebrenica, Naser Oric, dreigt „groot onrecht” te worden aangedaan als hij niet beter in staat wordt gesteld zijn verdediging voor het Joegoslavië-tribunaal voor te bereiden. Dit schrijven Oric’ advocaten, Vasvija Vidovic en John Jones, in een document ter voorbereiding van het proces dat de griffie van het VN-hof in Den Haag gisteren heeft gepubliceerd.

De verdediging van Oric wil zijn handelen in de context plaatsen van de „cataclismische” situatie van de tienduizenden moslimvluchtelingen in de enclave van 1992 tot de noodlottige val in juli 1995. Zij krijgen echter vooralsnog geen toegang tot de relevante documenten hierover, noch van de VN-aanklagers noch van UNHCR, het VN-commissariaat voor vluchtelingen.

Oric is aangeklaagd wegens moorden op en marteling van Serviërs in het politiebureau van Srebrenica en voor oorlogsmisdaden tijdens aanvallen op omliggende Servische dorpen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer