Huisarts A. J. van Meeuwen kan zo verschillende voorbeelden noemen van administratieve verplichtingen die de afgelopen jaren in het leven zijn geroepen, die onnodig tijd kosten en waar de patiënt niet altijd mee is gediend.

Neem de eis van zorgverzekeraars dat een huisarts in bepaalde situaties naast een recept nog een formulier invult om te verantwoorden waarom deze patiënt de medicatie echt nodig heeft. „Dat stuit je tegen de borst. Je schrijft als arts niet zomaar iets voor. Het invullen van zo’n extra verklaring kost tijd. Je doet het, want het dient de patiënt. Maar het is frustrerend. Als zo’n regel wordt afgeschaft, scheelt dat veel tijd.”

Een tweede punt dat Van Meeuwen noemt, is het schrijven van verwijsbrieven voor mensen die voor hun jaarlijkse controle naar de oogarts of een andere specialist gaan. „Je schrijft een briefje waarin je in één zin aangeeft dat de patiënt voor controle terugkomt. De brief heeft weinig toegevoegde waarde, want de specialist heeft zo’n briefje niet nodig, je doet het alleen voor de verzekeraar. Als er klachten zijn en je verwijst iemand daarom door naar een specialist, is het natuurlijk een ander verhaal.”

In maart publiceerden huis­artsen het manifest ”Het roer moet om”. Dat document werd in korte tijd door 8000 van de ruim 11.000 huisartsen ondertekend.

Naar aanleiding daarvan zijn huisartsenorganisaties, het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en de zorgverzekeraars met elkaar in gesprek gegaan over de vraag hoe ze bureaucratische knelpunten waar huisartsen tegen aanlopen, kunnen oplossen.

Overbodig

Het resultaat daarvan, het rapport ”Het roer gaat om”, werd gisteren gepresenteerd. De betrokken partijen geven daarin aan zo veel mogelijk te zullen schrappen in overbodige regels, zoals herhaalrecepten voor medicatie of hulpmiddelen waarvan overduidelijk is dat de patiënt die lange tijd nodig heeft.

Ook zullen huisartsen een meer gelijkwaardige onderhandelingspositie krijgen tegenover de 
zorgverzekeraars. Zorgverzekeraars zullen hun contracten deels uniformeren en meerjaren­contracten aanbieden.

De jaarlijkse onderhandelingen kosten veel tijd, erkent Van Meeuwen. Meerjarige contracten zouden wat hem betreft dan ook een positieve ontwikkeling zijn.

Een punt waar de betrokken partijen de komende maanden verder over onderhandelen, is hoe de kwaliteit van de huisartsenzorg op een minder tijdrovende te meten valt.

Het belang van het akkoord is dat de patiënt weer centraal komt te staan, reageerde Peter de Groof, huisarts en initiatiefnemer van ”Het roer moet om”, gisteren tegenover de NOS. „De geest van dit akkoord is dat we teruggaan van het dictaat van het geld naar het primaat van de patiënt. Van de papieren werkelijkheid naar meer tijd voor patiënten en van krampachtige controle naar kwaliteitsverbetering vanuit vertrouwen. Wat jarenlang voor onmogelijk werd gehouden is gelukt: het roer gaat om. Nu zorgen dat het ook om blijft.”