Dat stelde meteoroloog Geert Jan van Oldenborgh van het KNMI maandag desgevraagd. „Een collega tipte me in 1996 dat hij de indruk had dat Nederland na een El Niño in het voorjaar te maken krijgt met meer neerslag. Ik geloofde hem aanvankelijk niet.”

De meteoroloog ontdekte echter een bepaalde wetmatigheid. „Hij liet me zien dat er in het voorjaar na de El Niño van 1983 meer regen viel in Nederland. In 1997 trad er weer een El Niño op, de sterkste van de eeuw. We namen de proef op de som. Vooral maart en april waren toen in De Bilt zeer nat en horen bij de natste drie van de eeuw.”

Van Oldenborgh dook vervolgens in de archieven van het KNMI. Uit het onderzoek van gegevens over een periode van anderhalve eeuw blijkt dat er een duidelijk verband bestaat tussen sterke El Niño’s en de regenval in het erop volgende voorjaar in een deel van West- en Midden-Europa. „Voor 1878 geldt hetzelfde verhaal. Na alle sterke El Niñojaren sinds 1856 blijkt het voorjaar in Nederland aan de natte kant te zijn. Er valt dan 100 tot 200 millimeter meer dan gemiddeld.”

Ernstige gevolgen voor de waterstanden in de grote rivieren zal de extra regenval komend voorjaar niet hebben, verwacht Van Oldenburg. „Het stroomgebied van de Rijn heeft daar waarschijnlijk geen last van.”