Koppen, in 1978 en 1979 medewerker van de PvdA-Tweede-Kamerfractie, was beschuldigd van partijdigheid, omdat hij had afgezien van het verhoor van de vroegere voorzitter van de Tweede Kamer Van Nieuwenhoven (PvdA). Daarom wraakte advocaat Steijnen de rechter-commissaris namens zestien nabestaanden en slachtoffers van de bombardementen.

Dat gebeurde eind januari tijdens de eerste verhoordag, toen oud-premier Kok en voormalig minister van Buitenlandse Zaken Van Aartsen als getuige kwamen opdagen. De wrakingskamer van de rechtbank heeft het verzoek van Steijnen afgewezen en Koppen als rechter-commissaris gehandhaafd.

Het voorlopige getuigenverhoor wordt op een nog onbekende datum voortgezet. Dan verschijnt oud-minister van Defensie De Grave. Het is nog onduidelijk of Van Nieuwenhoven alsnog wordt gehoord. Ze wil niet meewerken aan het verhoor, omdat ze vindt dat ze als kamervoorzitter alleen iets te vertellen heeft over de procedures van stemmingen en debatten en niets inhoudelijks heeft te melden over de bombardementen. De nabestaanden van de bombardementen lieten eind januari via hun advocaat al weten dat ze het verhoor van de huidige PvdA-parlementariër desnoods via een kort geding willen afdwingen.

Het getuigenverhoor leidt mogelijk tot een bodemprocedure tegen de Nederlandse staat en tot een eis tot schadevergoeding namens zestien nabestaanden en slachtoffers van het bombardement op de RTS-studio en het mislukte bombardement met een clusterbom op het vliegveld van Nis op 7 mei 1999. Ook daarbij kwamen onschuldige burgers om.