De uitspraak, die ging over het aanwijzingsbesluit (A-besluit) voor de Rotterdamse luchthaven, is vooral een tegenvaller voor de gebruikers van de luchthaven. Het hoogste bestuursrechtscollege heeft de bezwaren van een aantal luchtvaartmaatschappijen, waaronder Transavia en de Belgische maatschappij VLM, en de Bewonersgroep Tegen Vliegoverlast grotendeels niet-ontvankelijk verklaard.

Wel heeft de afdeling het A-besluit op formele gronden gecorrigeerd wat betreft de mogelijkheden om ontheffing van het nachtvluchtverbod te verlenen. De afdeling heeft de ontheffingsvoorschriften uit het A-besluit geschrapt omdat er al een algemene ontheffingsregeling in de Luchtvaartwet is opgenomen.

Het bestuursrechtscollege heeft echter de zogeheten extensieregeling goedgekeurd, waardoor vluchten bij uitzondering in de nachtelijke uren kunnen plaatsvinden. De Raad van State verwerpt de kritiek van de bewonersorganisatie als zou de regeling structureel tot nachtvluchten leiden.

Zij hoopten dat het rechtscollege de forse beperking van het aantal nachtvluchten en de sluiting van de grasbanen, die door lesvliegtuigen worden gebruikt, wilde verzachten. De Vereniging Werknemers Rotterdam Airport ziet met lede ogen de leegloop van de luchthaven aan.

Luchtvaartmaatschappijen zoals British Airways hebben Rotterdam al de rug toegekeerd en ook TTA heeft de vluchten op het voormalige Zestienhoven gestaakt.