Als de vismijn verdwijnt, verdwijnt Colijnsplaat
Voor inwoners van Colijnsplaat is de redenering eenvoudig: als hun vismijn, de kleinste van Nederland, eraan gaat, gaat heel het dorp eraan. „Toeristen komen hier niet voor het stenen tempeltje van Nehellenia en een metalen standbeeld van Johannis de Rijke”, aldus een voormalig visserman.
De visafslag brengt leven in de brouwerij. Vooral op donderdag. Dan komen de meeste kotters terug van zee en zetten ze hun vangsten aan de wal. Al in de vroege ochtend gaan de roldeuren van de oude loods open en komen de heftrucks tevoorschijn die de witte ijskisten met garnalen, schol en tong oppikken en naar de vrachtwagens van handelaren rijden.
„Zelfs bedrijven uit België en Duitsland weten ons te vinden”, glundert directeur Jack Vader van de visafslag. Volgens hem is er maar één verklaring voor: Colijnsplaat veilt al op donderdag, terwijl andere afslagen daar pas op vrijdag of nog later, op maandag, aan toe zijn. „Wij bieden verse vis. Dat trekt”, aldus Vader.
De vismijn in Colijnsplaat, het kleinduimpje van alle afslagen in Nederland, weet zich tot op de dag van vandaag manmoedig staande te houden in de misère die schaalvergrotingen en vangstbeperkingen met zich meebrengen. Menig keer vreesden medewerkers, sorteerders en vissers voor de ondergang, maar steeds weer slaagt het bedrijf erin de ogenschijnlijke nadelen die aan zijn beperkte omvang kleven, om te zetten in voordelen.
„Van geen enkele visafslag geldt dat ze de omzet vorig jaar wist te stabiliseren. Op Colijnsplaat na”, zegt Vader. Over 2003 werd, net als in 2002, voor 7 miljoen euro aan vis verhandeld. Al vallen deze cijfers zelfs bij de maandelijkse omzetten van afslagen als die in Urk in het niet, van een minderwaardigheidscomplex is in Colijnsplaat niets te bespeuren, wel van een gezond gevoel van eigenwaarde.
„Onze slagkracht ligt in onze kleinschaligheid”, zegt Jacob Siereveld (61), oud-visserman en tegenwoordig vaste medewerker van de vismijn. „Wij kunnen snel opereren. Als het moet, staan wij bij nacht en ontij klaar om kotters te lossen. Soms gebeurt het dat we op dinsdagnacht uit de veren gaan om een visser te helpen. Zodra de lading op de kade staat, kan de kotter weer uitvaren.”
Toch is Colijnsplaat niet helemaal gerust op de toekomst van de vismijn. Vele bedreigingen zijn in het recente verleden weliswaar het hoofd geboden, maar dat biedt allerminst een garantie voor de toekomst. Vanavond wordt daarover in de gemeenteraad van Noord-Beveland, waartoe Colijnsplaat behoort, een speciaal debat gehouden. Centraal staat de vraag of de gemeente niet haar handen van de visveiling moet aftrekken.
Noord-Beveland heeft een belang van 3 procent in de aandelen van United Fish Auctions (UFA), het bedrijf waarin de vismijn van Colijnsplaat samen met die van Stellendam en Scheveningen is verenigd. De raad zal zich moeten uitspreken over de suggestie om het aandelenpakket ter waarde van zo’n 100.000 euro te verkopen. Als de fracties daartoe besluiten, heeft Noord-Beveland geen enkele vinger meer in de pap bij het beleid. Beslissen zij anders, dan is de kans bepaald niet uitgesloten dat de gemeente wordt benaderd met het verzoek de subsidiekraan te openen.
Burgemeester C. J. van Liere sluit niet uit dat de gemeenteraad ervoor kiest een deel van de aandelen af te stoten. In Noord-Beveland gaan stemmen op om een pakket aan te bieden aan de vissers. Colijnsplaat wordt wekelijks door zo’n tien tot vijftien kotters aangedaan en het zou niet verkeerd zijn wanneer de vissers zich door een financieel belang definitef aan de vismijn laten binden. Nu komt het nog geregeld voor dat zij uitwijken naar afslagen als Vlissingen en Breskens.
Volgens Van Liere kan Colijnsplaat niet zonder afslag. „Het dorp zou er een stuk minder leefbaar door worden”, zegt hij. Met de burgemeester hopen de inwoners van Colijnsplaat vurig dat de vismijn blijft bestaan. „Zónder houden wij het hoofd niet boven water”, zegt Cees Vink (50). „Het voortbestaan van de afslag levert werkgelegenheid op, direct en indirect.”
Ook op toeristen oefent zij aantrekkingskracht uit. Colijnsplaat heeft weliswaar een uniek Nehellenia-tempeltje, gemaakt van stenen die zijn opgedoken in de Oosterschelde, en op de strekdam bij de visserijhaven staat weliswaar een bronzen beeld van waterbouwkundige Johannis de Rijke, die in de negentiende eeuw in Japan grote bekenheid verwierf, maar hout en steen alleen zullen onvoldoende belangstelling bij de recreanten opwekken. „De vissserij geeft leven in het dorp. Als de mijn verdwijnt, verdwijnt heel Colijnsplaat”, zegt een inwoner.