„Onderzoek relatie Vrijmaking en Tweede Wereldoorlog”
APELDOORN. De relatie tussen de Tweede Wereldoorlog en de Vrijmaking van 1944 verdient nader onderzoek. Nieuwe, digitale zoekmethoden kunnen helpen om bronnen uit die tijd te ontsluiten.
Die conclusie trok historicus prof. dr. G. Harinck vrijdag in Apeldoorn bij de presentatie van vrijmaking.nl. Dat is een database met zo’n 1700 brochures uit de tijd rond de Vrijmaking die ontsloten zijn via het archiefsysteem Digibron.
Volgens kerkhistoricus Gert van Klinken van de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) heeft het vele dat er in de loop der jaren is geschreven over de Vrijmaking niet de aandacht getrokken van een breed publiek. Mede door de komst van databases zoals Digibron, met inmiddels 1,8 miljoen artikelen, kan dat veranderen. De vraag is alleen of de handschoen wordt opgepakt, aldus Van Klinken. Hij signaleert dat de Vrijmaking in de geschiedschrijving buiten de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt niet zo’n grote rol inneemt als de Afscheiding van 1834 en de Doleantie van 1886.
Hugo den Boer, kerkhistoricus aan de Theologische Universiteit Kampen, ziet dat er juist onder vrijgemaakten een trend op gang komt om af te rekenen met het verleden. Die ontwikkeling kan de geschiedschrijving beïnvloeden, denkt hij. Tegelijkertijd biedt het de kans om „dieper in te gaan op de vraag: waar ging het fout?”
Den Boer denkt dat er nog weinig geschreven is over de „communicatieve ruimte” in de aanloop naar en rond de Vrijmaking. Analyse van de brochures kan daarbij helpen, meent hij. Den Boer stelde dat er enerzijds binnen de Gereformeerde Kerken in Nederland vanaf de jaren dertig een debat plaatsvond in de publieke sfeer, terwijl anderzijds de synode regels vaststelde voor de communicatie in de kerk. „Zolang die werelden gescheiden zijn, is er weinig aan de hand.”
Uit de brochures blijkt volgens Den Boer hoe het conflict uit de hand liep zodra de kerkelijke besturen ingrepen in het debat. Het ging toen niet meer alleen over de inhoud van de discussie, maar ook over de wijze waarop die gevoerd moest worden. Met als gevolg dat er een groep ontstond rond prof. dr. K. Schilder, die polemiek zag als middel om de waarheid te bevorderen, terwijl een ander smaldeel in de kerk discussies liever dempte om de eenheid te bewaren.
Ook volgens Van Klinken doen onderzoekers die zich via de brochures verdiepen in de Vrijmaking er goed aan om niet te afstandelijk en te beschrijvend te werk te gaan. Betrokkenen bij de Vrijmaking stonden vaak onder druk, omdat de oorlogsomstandigheden ingrepen in het persoonlijk leven. Bovendien zijn volgens Van Klinken in de brochures niet altijd wetenschappers aan het woord, maar ook kerkleden die de discussie „in onverdunde emotionele heftigheid naar voren laten komen. Dit element is nodig om de Vrijmaking op waarde te schatten.”
Zie ook:
Digitalisering legt kerkstrijd rond Vrijmaking bloot, Reformatorisch Dagblad (1 oktober 2015)