Toeristen en andere buitenlanders kunnen in problemen komen, zo heeft de Europese Alarmnummer Associatie woensdag gewaarschuwd. Bij de vereniging zijn hulpverleners en overheden uit de Europese Unie aangesloten. Problemen dreigen vooral tijdens de grote evenementen deze zomer in Zuid-Europa: het Europees kampioenschap voetbal in Portugal en de Olympische Spelen in Griekenland.

De Europese Alarmnummer Associatie heeft de Europese Commissie gevraagd in te grijpen. Lidstaten zijn namelijk sinds 1991 verplicht een goed functionerende alarmcentrale 1-1-2 te hebben. „Schandalig dat we dertien jaar later nog niet zover zijn”, vindt medewerker Olivier Paul van de vereniging te Brussel.

Hij noemt een reeks voorbeelden. „In Griekenland kan men alleen overdag in het Engels een noodoproep doen”, zegt Olivier Paul. „In Italië kan men buiten de grote steden ook meestal alleen in het Italiaans vragen om politie, brandweer of ambulance.”

België, en zelfs de hoofdstad Brussel, heeft volgens hem alarmcentrales met medewerkers die alleen Nederlands spreken, wat voor de vele medewerkers van Europese instellingen niet altijd de voertaal is.

De vereniging dringt bij overheden aan om hulpverzoeken per gsm automatisch te lokaliseren. „Wie de Olympische Spelen in Athene bezoekt, heeft meestal geen idee in welke straat hij is”, stelt de medewerker. Hij heeft hierover eens een brief gekregen van een achtjarig Nederlands meisje. Dat had gebeld toen haar vader een hartaanval kreeg tijdens een fietstocht. Het meisje kon niet precies zeggen waar ze was en haar vader stierf.

Het alarmnummer 1-1-2 is in 1991 verplicht gesteld voor de lidstaten van de Europese Unie. Nederland en vijf andere landen hebben het nummer inmiddels ingevoerd voor alle soorten noodhulp. De meeste EU-landen gebruiken het slechts voor één soort hulp. In België is dat bijvoorbeeld de brandweer, in Italië de politie. Medewerkers dienen bellers echter door te schakelen naar andere hulpdiensten.