Zussen bezoeken Axel, de stad waar ze opgroeiden
AXEL. De schoorsteenmantels zijn er nog. „Als we op zondag bij de kachel psalmen zongen, mocht ik altijd op vaders knie zitten.” Twee zussen staan voor het eerst sinds 1948 weer in het huis in Axel waar ze als kind woonden. „Mijn vader werkte bij de douane. In de voorkamer fouilleerde mijn moeder vrouwelijke smokkelaars, want dat deed hij niet zelf.”
Bij het naderen van Axel stijgt de spanning. Betsie Kalkman-Karman (81) en Hannie Baaijens-Karman (78) waren 48 jaar geleden voor het laatst in het in Zeeuws-Vlaanderen gelegen stadje.
Baaijens: „De watertoren staat er nog.” Bij een verderop gelegen vijver herinnert Kalkman zich dat ze hier zwom. „Jongens duwden mij soms kopje onder.”
De ontvangst door Sara de Putter (89) is hartelijk. Ze woont sinds eind jaren vijftig in het huis aan de Prins Hendrikstraat 62. Kalkman: „De voordeur is nog precies hetzelfde.” Baaijens: „De brievenbus ook. Ik lag vaak in de gang te wachten op de krant.”
Het RD honoreerde de wens van de zussen om hun geboorteplaats Zuiddorpe en Axel, de stad waar ze verder opgroeiden, te bezoeken. Beiden zijn weduwe. Kalkman woont in Den Hoorn, bij Delft. Baaijens woont in Krimpen aan den IJssel.
Ook in de keuken komen verhalen los. Kalkman: „In deze hoek moesten we tijdens de Tweede Wereldoorlog van vader schuilen als er bommen vielen, omdat daar de minste kans was om geraakt te worden door glassplinters.”
Dolle Dinsdag
Kalkman: „Bij die heg stond het kippenhok. Ik moest eieren bij de Duitsers brengen.” Baaijens: „Op Dolle Dinsdag kwam een stoet met Duitsers, NSB’ers en moffenmeiden door onze straat. Mensen bespuugden en duwden de vluchtenden. Mijn vader moest daar niets van hebben. Hij riep naar de omstanders: Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen.”
Er is veel hetzelfde gebleven in de woning, zoals de indeling op de eerste verdieping en de schoorsteenmantels in de voor- en de achterkamer. Kalkman: „Ik krijg er een brok in mijn keel van.”
Baaijens: „Ik liep in de oorlog eens naar zolder om een paar noten te pikken en schrok van een vreemde man. Dat bleek een ondergedoken neef, Adrie van Asperen, te zijn.” De Putter: „Hij was later mijn collega op het gemeentehuis.” Kalkman: „Na de oorlog hoorde ik van een meisje uit het NSB-gezin even verderop dat ze wist dat wij iemand in huis hadden. Ze concludeerde dit uit het extra ondergoed aan de lijn.”
Mannenbanken
In het voormalige kerkgebouw van de gereformeerde gemeente huist tegenwoordig Burney’s Hair & Spa. De gasten worden ontvangen met koffie. Ze bewonderen het originele gewelf en de glas-in-loodramen. „Rechts en links stonden de mannenbanken. In de middenbank zaten de vrouwen.”
Ook het geboortehuis in Zuiddorpe staat er nog. Een oude vrouw werkt in de tuin. Kalkman loopt naar haar toe. „Ik ben hier geboren. Mijn meisjesnaam is Karman.” „Dan moet jij Betsie zijn”, is de reactie.
Ook hier mogen de zussen binnenkijken. Kalkman: „In dit slaapkamertje lag ik samen met mijn broer Koos toen we mazelen hadden.”
Op Nationale Ouderendag, de eerste vrijdag in oktober, worden jaarlijks wensen van ouderen vervuld. Ook deze krant ging met senioren op pad. Lunchen met SGP’er Van der Staaij, herinneringen ophalen in Axel en dwalen door Paleis Het Loo.