Voor het eerst sinds jaren meer verkeersslachtoffers
Het verkeer heeft vorig jaar een zware tol geëist. Na drie decennia van gestage daling is het aantal slachtoffers, zowel qua doden als gewonden, in Nederland gestegen. Minister Peijs van Verkeer en Waterstaat beschikt nog niet over de exacte cijfers, maar noemde de omslag woensdag „alarmerend".
De officiële cijfers komen over zes weken, maar de minister zei in de Tweede Kamer dat alles wijst op een trendbreuk, „waar ik niet blij mee ben". In 1974 vielen er in het Nederlandse verkeer nog ongeveer 3000 doden. Daarna zakte het aantal, ondanks de groei van het verkeer, elk jaar tot 1026 in 2002.
Hoe het komt dat het aantal verkeersslachtoffers is gestegen, is nog niet duidelijk. Voor de minister is het een waarschuwing. Zij wil het aantal verkeersdoden terugdringen tot 900 in het jaar 2010. „We zullen alle zeilen moeten bijzetten om dit te halen." Ook de reputatie van Nederland, met Zweden en Engeland in dit opzicht het veiligste land in Europa, doet het geen goed.
Directeur Wegman van de SWOV, het nationaal wetenschappelijk instituut voor verkeersveiligheidsonderzoek, heeft cijfers van de Europese Commissie gezien waaruit blijkt dat het aantal verkeersdoden in 2003 is gestegen, van bijna 990 tot 1041. Maar die cijfers zijn op een andere manier tot stand gekomen, waarschuwde hij, en mogelijk zijn die gebaseerd op de cijfers over de eerste tien maanden.
De SWOV–directeur was voorzichtig om een verklaring te geven voor de stijgende lijn. Hij zei dat hij geen direct verband ziet, maar anderzijds is het volgens hem niet uit te sluiten dat de stijging te maken heeft met het sneuvelen in de Kamer van de plannen van voormalig PvdA–verkeersminister Netelenbos. Zij wilde, gebruikmakend van aardgasbaten, gedurende tien jaar 2,3 miljard euro investeren in de aanleg van zaken zoals drempels, veilige oversteekplaatsen en fietspaden door provincies en gemeenten.
Volgens verkeersveiligheidsorganisatie 3VO is de trendbreuk een logisch gevolg van het kabinetsbeleid van de afgelopen vijf jaar, waarbij verkeersveiligheid niet meer op de eerste plaats komt. „Minister De Boer heeft bijvoorbeeld in hoog tempo spitsstroken aangelegd om files tegen te gaan. Daarbij is meer gelet op de doorstroom dan op de veiligheid", aldus een woordvoerster. 3VO roept om drastische maatregelen en wil bijvoorbeeld meer snelheidsmeters omdat een te hoge snelheid vaak de oorzaak is van ongevallen.
Minister Peijs verdedigde woensdag in de Kamer haar plannen om zoveel mogelijk verkeersslachtoffers te besparen, de zogenoemde Rijbewijsrevolutie. In januari kreeg de Kamer de plannen. Er was meteen veel kritiek. Zo pleitten CDA en PvdA voor het puntenrijbewijs. Intussen is de minister, die eerst tegen was, daar ook voorstander van, maar wel van een vereenvoudigde vorm zonder veel papieren rompslomp. Een automobilist, die zwaar in de fout gaat, krijgt strafpunten en boven een bepaald aantal raakt hij tijdelijk zijn rijbewijs kwijt.
De minister bestreed dat zij met die draai aan partijpolitiek deed, omdat het eenvoudigere puntenrijbewijs een idee is van CDA–Kamerlid en partijgenoot De Pater. „Het belang van de verkeersveiligheid overstijgt alle partijen. Ik zag de verkeersvoordelen." Zij gaat nu voor de zomer een plan uitwerken.
Peijs kwam op de valreep CDA, PvdA en VVD tegemoet die pleiten voor een soort rijbewijs voor bromfietsers. In de praktijk komt dat neer op verplichte praktijkles zonder examen. Peijs kiest voor een puntenrijbewijs, vooral tegen het opvoeren van brommers. Dat zou veel slachtoffers schelen. Een jongere die voor de tweede keer wordt betrapt, raakt zijn bromfiets kwijt.
Zij wil dat idee combineren met haar voorstel om de minimumleeftijd om een brommer te mogen rijden te verhogen van zestien naar zeventien jaar. In de Kamer bleek daarvoor woensdag nog steeds onvoldoende steun. Voor 3VO is 17 jaar niet drastisch genoeg, de organisatie wil een leeftijdsgrens van 18 jaar.