Het falen en dwalen van sekten aangetoond
Sekten presenteren zichzelf graag als gebakjes in de etalage van de patisserie, zo aanlokkelijk. Maar je kunt er gauw misselijk van worden. Jildert de Boer slaagt erin om enkele sektarische groepen in Nederland smakelijk te beschrijven, zonder anderen er ‘trek’ in te laten krijgen.
Hij beschrijft vijf niet zo bekende groepen: de Noorse Broeders, de Gemeente des Heeren, de Spade Regen Gemeente, de Branham-boodschapsbeweging en de Twee aan twee-gemeenschap. Deze stammen alle uit de eerste helft van de twintigste eeuw. Ze zijn alle vijf al over hun hoogtepunt heen. In totaal tellen ze enkele duizenden mensen. Van de genoemde groepen zijn de Noorse Broeders (nu: Christelijke Gemeente Nederland) veruit het grootst. Zij hebben mogelijk ook nog de meeste energie. Maar hun aandacht is verschoven van de boodschap van levensheiliging naar het verdienen van geld voor een groot internationaal conferentieoord. Verandering van visie is vaak de eerste aankondiging van de dood van een groepering.
De Boer heeft enorm veel onderzoek gedaan. Hij komt met feiten die een buitenstaander onmogelijk kan kennen. Dit betreft zowel de leer van de genoemde groeperingen als de levenspraktijk (afscheidingen, ruzies, zonden, financieel beleid, briefwisselingen en dergelijke). Soms voel je je een voyeur – en dat wekt des te meer de nieuwsgierigheid. Bovendien is de auteur sterk persoonlijk betrokken bij zijn onderwerp. Hij heeft al deze gemeenschappen bezocht en is contacten aangegaan met de leiders. Dat levert veel anekdotes op. Van de Noorse Broeders is hij jarenlang lid geweest, totdat hij te veel had gehoord en gezien.
Lange verhalen
De opmaak van het boek is rommelig. De verschillende stromingen worden niet elk op gelijke wijze behandeld. Bij een studie verwacht je dat eerst de wie-wat-waarvragen aan de orde komen, maar dat is niet altijd het geval. Ook is het soms storend dat de auteur lange verhalen over zijn ervaringen met deze groepen houdt. Soms lijkt zijn boek op een roman. En: klopt de titel wel? Zijn godsdienstige stromingen een deel van het Vaderhuis, of moet je dat niet in deze wereld zoeken?
Een boek over sekten is geen stichtelijke lectuur. Vaak moet je even stoppen, omdat de stommiteiten, extremismen en dwaasheden over elkaar buitelen. Dat is curieus, maar ook deprimerend. Dat De Boer toch de aandacht vast weet te houden, laat zien dat hij met heel interessante zaken komt.
Een van de eigenschappen van stagnerende groeperingen is dat ze zich graag terugtrekken in beslotenheid. Ze willen anderen (en zeker mensen met kennis van zaken) buiten de deur houden. Ze knijpen de katjes in het donker, om het zo te zeggen. Ook dat aspect behandelt De Boer met verve – en tegelijk met veel inlevingsvermogen en respect. Hij heeft zijn werk niet geschreven vanuit de houding van de buitenstaander die wil laten zien hoe vreemd, dom en slecht ”die anderen” zijn. Die overigens gelijke mensen zijn als wij.
Dat is overigens de grootste belediging die je sektes kunt toevoegen. Dat ze precies hetzelfde zijn als degenen van wie ze zich willen onderscheiden, die ze zelfs bestrijden. Ze willen zo graag aantonen dat ze beter, sterker of preciezer zijn dan alle anderen. Maar ken je hen beter, dan zijn ze net zo slecht, machteloos of onwetend. Sekten zijn tot mislukking gedoemde religieuze experimenten. Maar ze zijn ook creatief. Ze willen alles anders doen. En dat ”anders zijn” is voor hen heilig. Dat is hun bestaansreden. Dat ”andere” wordt tot een wet verheven en zelfs heilsnoodzakelijk geacht. Maar na enige tijd blijkt dat het veel geschreeuw is, maar weinig wol.
Flacon met olie
Aardig, dat is De Boer zeker. Hij had nog veel sterker de vloer kunnen aanvegen met zijn kwintet van geloofsgemeenschappen. Was Branham stomdronken toen hij de dood vond in het verkeer? Het staat in een politierapport, zeggen zijn tegenstanders. Ooit werd hij ontmaskerd wegens puur bedrog. Zijn goddelijke aanstelling zou blijken uit spontaan stromende olie in zijn handen – maar hij had een flacon met olie in zijn colbertje. Ondergraaft de levenspraktijk van de Noorse Broeders niet hun opvatting dat ze ver gevorderd zijn op de weg van de levensheiliging? Enzovoorts… De grootste critici van sekten zijn ze uiteindelijk zelf. Dat toont De Boer bijna onweerlegbaar aan.
Uit de inhoudelijke kritiek op de beschreven sekten blijkt dat De Boer meer heeft gedaan dan een neutraal rapport erover schrijven. Hij voelt een missie voor deze verworpen en miskende groepen.
Het boek ”In het huis Mijns Vaders” ligt als een bom onder een aantal zieltogende of zielige gemeenschappen, juist door de vriendelijke maar duidelijke opstelling van haar auteur. De Boer weet veel. Hij toont het falen en dwalen aan van sekten en hun leiding aan en prikt zo luchtballonnen stuk.
Boekgegevens
In het huis Mijns Vaders…, Jildert de Boer; uitg. Ipenburg, Elburg, 2015; ISBN 978 90 7010 522 8; 548 blz.; € 39,90.