Met koffer en al naar de „identificatiestraat”
ROTTERDAM (ANP). Als ze ’s morgens om 07.00 uur in Rotterdam aankomen, hebben de dertig vluchtelingen die in de noodopvang in Weert verblijven al een flinke busrit achter de rug. De komende vier, vijf uur brengen ze door op een voormalig politiebureau in Rotterdam, waar vingerafdrukken en foto’s worden genomen en wordt geregistreerd wie ze zijn en waar ze vandaan komen.
Voor zo lang als nodig is in het bureau aan de Beverwaardseweg een ‘identificatiestraat’ ingericht. Binnenkort komt er nog een tweede bij. Dagelijks werken vijftig mensen van de Rotterdamse politie aan de identificatie en registratie, vertelt chef Piet Waartheer van de afdeling vreemdelingenpolitie, identificatie en mensenhandel. 6500 diensten in vier weken. Binnen twee weken krijgen ze hulp van collega’s uit andere delen van het land.
Op het bureau passeren dagelijks negentig tot 120 vluchtelingen de revue. Voordat alles landelijk weer ’bij’ is, moet de politie nog 4000 dossiers afhandelen, aldus Waartheer. Dat gebeurt op diverse identificatieplekken van de politie, waarvan er binnenkort zeven zijn. Dan kunnen dagelijks 550 mensen worden geïdentificeerd.
Bepakt met alle bagage die ze hebben, gaan de vluchtelingen uit Weert het bureau binnen. Jonge mannen, vaders en moeders met kinderen en baby’s. Voor de kinderen zijn er kleurplaten, potloden en speelgoed, om het wachten te verzachten.
Hun ouders zijn intussen bezig bij de biometrische zuilen, waar vingerafdrukken worden genomen en ze op de foto gaan. In een andere kamer moeten ze nog een keer vingerafdrukken geven, deze keer op de ouderwetse manier met zwarte inkt. Die gaan naar de Europese computersystemen, om te kijken of ze in andere landen al bekend zijn.
De agenten praten ook met hen, vaak met behulp van een tolk. Alles willen ze weten. Waar komen ze vandaan? Waar zijn ze onderweg geweest en wanneer? Met wie hebben ze contact gehad? Hoe hebben ze gereisd? Gegevens in mobiele telefoons worden bekeken. De bagage wordt minutieus bekeken. Iedereen werkt mee, want iedereen wil kans maken op een verblijfsvergunning.
Met de gesprekken wil de politie niet alleen informatie te krijgen over de asielzoekers zelf, maar ook over mensensmokkelaars en hun werkwijze. Angst voor deze criminelen maakt dat de vluchtelingen daarover weinig loslaten, aldus Waartheer.
Angst speelt sowieso een rol, vertelt hij verder. Reden voor de politie om het werk te doen in burgerkleding. Ook zijn er elke dag twee mensen van het Rode Kruis aanwezig, een voor medische zaken en een ander voor de sociale ondersteuning. Ook de Immigratie- en Naturalisatiedienst is er, voor de asielprocedure. Die kan beginnen als de asielzoeker daarvoor een handtekening zet.