De regionale indicatieorganen hebben grote achterstanden. Ook zijn er patiënten die al voor de indicatieorganen in 1997 werden ingesteld, thuiszorg kregen. Die hebben volgens Van den Dungen wel een indicatie maar niet het daarbijbehorende papiertje.

Ook klopt het volgens de directeur dat een aantal mensen thuiszorg krijgt op grond van een verlopen indicatie, maar dat komt doordat de regionale indicatieorganen geen prioriteit geven aan herindicaties. Van den Dungen benadrukt dat er geen mensen zijn die onterecht gebruik maken van de thuiszorg.

Het is „flauwekul" dat de afspraken die thuiszorginstellingen maken met ziekenhuizen en verzekeraars niet mogen, vindt Van den Dungen. „Dat gebeurt sinds jaar en dag en het zorgt ervoor dat mensen sneller het ziekenhuis uit gaan of zelfs helemaal het ziekenhuis niet in hoeven. Dat is voor de schatkist fantastisch."

De directeur noemt het een non–discussie. „Het gaat er alleen over of het geld uit het ene potje moet komen of uit het andere potje."

Voorzitter R. van Essen van de Landelijke Vereniging van Indicatieorganen (LVIO) ontkent dat er achterstanden zijn. De boosdoener is een nieuw systeem van indicatiestelling dat vorig jaar is ingevoerd. Hierdoor kloppen niet alle indicaties meer. „Iedereen heeft dat kunnen zien aankomen", aldus Van Essen. De LVIO werkt aan een oplossing voor dit probleem.