Vrijlating jihadverdachte Azzedine C. gevraagd
AMSTERDAM (ANP). De advocaat van verdachte Azzedine C. in het grote ‘Haagse’ jihadproces heeft de rechtbank maandag gevraagd C. vrij te laten uit voorarrest. Volgens advocaat André Seebregts lijkt het erop dat niet kan worden hard gemaakt dat C. (33), alias Abou Moussa, anderen heeft geronseld voor de gewapende strijd.
Seebregts denkt dat als er genoeg harde voorwaarden worden gesteld om te voorkomen dat C. ervandoor gaat, hij het oordeel van de rechters in vrijheid kan afwachten. Hij zou onder meer een elektronische enkelband moeten krijgen.
Vorige week kwam medeverdachte Rudolph H. op vrije voeten, nadat hij al ruim een jaar op de terroristenafdeling had vastgezeten. Hij en Azzedine C. waren de bekende gezichten onder radicale moslimjongeren in Den Haag die de aandacht trokken met onder meer straatprotesten.
C. wordt beschuldigd van opruiing, ronselen en deelname aan een criminele terroristische organisatie. Hij ontkent dat hij ooit mensen heeft aangezet om naar Syrië te gaan of Syriëgangers heeft gesteund. Wel zegt hij dat hij het in principe niet afkeurt als mensen zelf besluiten naar Syrië te gaan.
Vorige week voelde de Haagse rechtbank ‘Abou Moussa’ uitgebreid aan de tand in de extra beveiligde rechtszaal ‘de bunker’ in Amsterdam. Het ging onder meer over de verdenkingen dat C. de hand heeft gehad in het vertrek van jongeren naar Syrië, zoals sommige ouders vermoeden.
Ook vroegen de rechters naar zijn eigen mogelijke plannen om naar Syrië te gaan, hoewel C. daar niet voor terecht staat. Gevraagd naar de keer dat hij in 2013 in Griekenland werd gearresteerd met enkele duizenden euro’s contant geld en meerdere mobieltjes op zak, beriep hij zich op zijn zwijgrecht.
De Hagenaar liet weten dat hij geen belastende dingen wil zeggen over zijn reisgenoot van destijds: medeverdachte Soufiane Z. (27). Z. is uiteindelijk in Syrië beland en is daar volgens mediaberichten omgekomen. C. houdt het bij zijn eerdere verklaring dat hij met Z. op vakantie was. Het OM is overigens niet overtuigd van Z.’s dood en vervolgt hem.