„Totdat de volheid der heidenen zal ingegaan zijn. En alzo zal geheel Israël zalig worden.”

De Schrift is duidelijk over Israël: Deuteronomium 4:30 zegt uitdrukkelijk dat de Israëlieten in het laatste der dagen tot de Heere hun God zullen wederkeren. De profeet Jesaja heeft in hoofdstuk 27:9 voorzegd dat Jakobs ongerechtigheid verzoend zal worden, en wel na het vervullen van zo veel heerlijke beloften (Jesaja 24, 25 en 26) die met betrekking tot de laatste dagen gedaan zijn. Hetzelfde zien we in Jesaja 29:22-24: „Jakob zal niet meer beschaamd worden, zijn aangezicht zal niet meer bleek worden, want als hij zijn kinderen, het werk Mijner handen, zien zal in het midden van hem, zullen zij Mijn Naam heiligen; en zij zullen de Heilige Jakobs heiligen en de God van Israël vrezen. En die dwalende van geest zijn, zullen tot verstand komen en de murmureerders zullen de lering aannemen.” Zie ook vers 20: de tiran zal een einde hebben en het zal uit zijn met de spotter. Allen die tot ongerechtigheid waken, zullen uitgeroeid zijn.

Hieruit moeten wij besluiten dat dit ziet op de tijd wanneer al de vijanden van Gods kerk reeds zullen verdorven zijn (Openbaring 11:18). Tevoren was Jakob beschaamd geworden over zijn kinderen, namelijk in de tijd van de apostelen, die over hen hebben moeten klagen: „Wie heeft onze prediking geloofd?” Maar die schaamte zal ophouden wanneer Jakobs verwachting ten laatste in zijn ganse zaad zal vervuld zijn.

Petrus Curtenius, predikant te Amsterdam (”De zwaarste plaatsen der brieven van Paulus”, 1766-1777)