Tenet zei een en ander gisteren tijdens zijn jaarlijkse ontmoeting met de commissie inlichtingen van de Senaat in Washington.

De vermeende aanwezigheid van chemische en biologische wapens plus het feit dat Bagdad zijn kernwapenprogramma zou hebben hervat, vormden de belangrijkste argumenten voor Bush en zijn regering om de invasie van Irak te rechtvaardigen. Een jaar na het uitbreken van die oorlog is er in Irak echter nog steeds geen spoor gevonden van die verboden massavernietigingswapens. Desgevraagd wijst president Bush er nu op dat hij „naar beste weten” handelde op grond van „de beschikbare informatie van onze inlichtingendiensten.”

Verschillende regeringsvertegenwoordigers schilderden vorig jaar de dreiging van een „paddestoel” oftewel een nucleaire aanval op de VS of op een van Amerika’s bondgenoten. Verder was er sprake van banden tussen het regime van Saddam Hussein en de terreurbeweging al-Qaida. De CIA heeft die banden nooit kunnen bevestigen, maar desondanks blijft vice-president Cheney deze bewering nu nog steeds herhalen. „Heeft u niet de verplichting om de politieke leiders op hun fouten te wijzen, als zij dingen beweren die in strijd zijn met uw analyses?” vroeg senator Edward Kennedy aan Tenet.

Die antwoordde daarop bevestigend en zei dat hij „verschillende malen” aan de bel heeft getrokken, zowel bij president Bush als bij vice-president Cheney. „Ik doe dat uiteraard niet in het openbaar. U moet daarbij overigens beseffen dat ik verantwoordelijk ben voor het inlichtingenwerk en dat politieke leiders dan moeten beoordelen of er sprake is van een concrete dreiging. Soms strookt de verantwoordelijkheid van de ene partij niet geheel met die van de andere partij”, aldus Tenet voorzichtig.

Bij de vraag of Bush inlichtingenmateriaal bewust heeft gemanipuleerd om de oorlog tegen Irak te rechtvaardigen, antwoordde Tenet met een duidelijk nee. Aan de andere kant vormde zijn verhaal een verdediging tegenover Washingtons politieke top, die blijft verwijzen naar de inlichtingengemeenschap als bron voor de argumentatie voor de invasie in Irak.