Calvinisten hadden lutherse gezangen in psalmboek
EMDEN. Emden is een stad waar je nooit zomaar langskomt als je onderweg bent. Het ligt in Noordwest-Duitsland, aan het „einde van de wereld.” Je komt er alleen als je er echt moet zijn. Toch is Emden de moeite van een bezoek zeker waard.
Met gepaste trots liet de burgemeester de deelnemers aan het congres over Luther en calvinisme donderdag weten dat hij zijn best had gedaan –en met succes!– om zijn stad een van de twintig plaatsen in Europa te laten zijn die zich in het kader van Refo500 mogen sieren met de titel Stad van de Reformatie.
Dat tijdens het congres het Nederlandse accent waar het gaat om de regionalisering van het calvinisme een grote plaats moest innemen, was min of meer vanzelfsprekend. Behalve het calvinisme in de Duitstalige wereld en in Oost-Europa kreeg de betekenis van Luther voor de Nederlanden de aandacht in diverse referaten. Dat is niet vreemd, want Emden was vanaf het begin van de geloofsstrijd in de zestiende eeuw ook een veilige vluchthaven voor de vervolgde gereformeerden uit de Lage Landen bij de zee.
Geliefde liederen
Dr. Jan R. Luth, hymnoloog uit Groningen, verzorgde een openbare avondlezing in de Nieuwe Kerk van Emden. Hij liet zien dat er in de eerste periode van de calvinistische reformatie in Nederland sprake was van een vrijere liedpraktijk dan de synode wenselijk achtte. Officieel mochten alleen de psalmen van Datheen tijdens de kerkdiensten worden gezongen, met als extra een aantal Bijbelse gezangen. Toch circuleerden er heel wat psalmboekjes, onder meer afkomstig uit Emden, waarin een aantal lutherse gezangen was opgenomen. De argumentatie voor het zingen van deze bekende en geliefde liederen was dat ze zo goed pasten bij de kerkelijke feestdagen. Luth sloot zijn lezing af met een concert waarin hij een aantal bewerkingen van deze liederen uit de Duitse orgelliteratuur ten gehore bracht.
Dr. Gert van Klinken, docent aan de Protestantse Theologische Universiteit (PTHU) in Amsterdam, gaf samen met de lutherse theologe Maren Mielke een boeiend overzicht van de wijze waarop de lutherse kerk in Amsterdam de eeuwen door present is geweest. De Gereformeerde Kerk was in de Nederlanden de enige kerk die een bevoorrechte positie innam. Dat moest ook uiterlijk zichtbaar zijn. Toch waren er in de openbare ruimte van Amsterdam veel zichtbare tekenen van een belangrijke lutherse gemeente. Lutheranen kregen in Amsterdam de ruimte om deel te nemen aan het economische en maatschappelijke leven, al moest in hun kerkelijke presentie toch wel duidelijk zijn dat ze niet tot de bevoorrechte kerk behoorden. Dat betekende echter niet dat ze zich onzichtbaar moesten maken. Integendeel, een aantal karakteristieke kerkgebouwen, en ook weeshuizen en andere diaconale gebouwen, lieten duidelijk zien dat ze aanwezig waren in de hoofdstad van de Nederlanden.
Luther en de gereformeerden
Prof. dr. H. van den Belt van de Rijksuniversiteit Groningen had onderzoek gedaan naar de wijze waarop Luther in de gereformeerde orthodoxie aanwezig was. De opbrengst was mager. Hij moest concluderen dat Luthers theologie nauwelijks een rol speelde bij de theologen van de gereformeerde traditie. Als er al sprake was van Luther, dan was het om duidelijk te maken dat de grote reformator, voor wie men zeker achting had, duidelijk verschilde van de latere lutheranen. De gereformeerden lieten als het om de genadeleer ging vaak overeenkomsten zien met de ”gnesiolutheranen”, de ”hardliners” in de lutherse traditie, terwijl ze met Melanchthon en zijn geestverwanten, de „philippisten”, meer gemeen hadden ten aanzien van de avondmaalsleer. Met de eerstgenoemden op de kansel en met de laatsten aan de avondmaalstafel – zo waren de gereformeerde orthodoxe theologen, volgens Van den Belt.
Prof. F. A. van Lieburg van de Vrije Universiteit in Amsterdam sprak over ”Luther en het Nederlandse piëtisme”. Hij liet zien dat Theodorus van der Groe in de achttiende eeuw in de context van de strijd rond het quiëtistische boekje van Jan Eswijler, de ”Zielseenzame meditatiën”, in zijn anoniem uitgegeven ”Oude Orthodoxe leer” het opnam voor de radicale leer van Wet en Evangelie, vlees en geest, met een beroep op Luther. Luthers uitleg van de Galatenbrief, door Van der Groe anoniem vertaald, sloot aan –ondanks de kritische noten die hij ook had– bij zijn bekeringservaring en zijn opvattingen over de zekerheid van de zaligheid.
Lees ook:
Zwitserse theologen waren voor Luther „erger dan Turken en Joden”
Calvinisme kan niet zonder Luther