Of minister Van der Steur van Veiligheid en Justitie werkelijk zal moeten opstappen, valt nog te bezien. De meeste fracties wachten in ieder geval nog even met hun finale oordeel. Ze willen eerst precies weten wat er vorig jaar is gebeurd rond de publicatie van de foto’s van Volkert van der G. in De Telegraaf. Een voorwaarde voor zijn vrijlating was dat hij geen enkel contact met de pers mocht hebben. De beelden in de krant waren daarmee in strijd. De vraag is nu: welke rol speelde het openbaar ministerie? Wat wist de minister wel en wat wist hij niet? Feit is dat de bewindsman in politiek zwaar weer zit.

Dinsdag beweerde Van der Steur nog dat het OM pas een dag voor de publicatie van de foto’s was geïnformeerd door de advocaat van Van der G. Gisteren verklaarde de strafpleiter dat er al lang geleden afspraken met het OM waren gemaakt. Daardoor stond de minister in zijn hemd.

Linksom of rechtsom is dit schadelijk voor Van der Steur. Als hij meer wist dan hij dinsdag zei, kan hij niets anders dan vertrekken. Want dan heeft hij de Kamer bewust verkeerd voorgelicht. Wist hij werkelijk niets af van de deal met het OM, dan ontstaat het beeld van een bewindsman die onvoldoende greep heeft op zijn ambtenarenapparaat. En ook dat is niet best, zeker niet voor de eindverantwoordelijke van het ministerie dat de taak heeft de hoeder van recht en waarheid te zijn. Want dan heeft hij te maken met ambtenaren die welbewust belangrijke informatie onder de pet houden.

Wat er precies is gebeurd en of er sprake is van opzet, moet nog duidelijk worden. Maar diverse signalen wijzen er in ieder geval op dat er binnen het ministerie van Veiligheid en Justitie veel schort aan de communicatie en interne informatievoorziening.

Dat manco kostte de vorige minister, Opstelten, 
politiek de kop. Hij beweerde bij hoog en bij laag dat een schriftelijk bewijs van goudomrande afspraken met crimineel Cees H. nergens was te vinden. Kort daarop dook het toch op, waarop Opstelten kon vertrekken.

Waarschijnlijk zal Van der Steur (nog) niet worden weggestuurd als er volgende week een debat wordt gehouden over de kwestie-Van der G. Daarvoor zit hij te kort op deze lastige post. Maar de Kamer zal hem de komende tijd wel scherper in de gaten houden.

Wil de bewindsman zijn positie verankeren, dan zal er een behoorlijke schoonmaak op het ministerie moeten plaatshebben. Alle communicatiekanalen moeten worden schoon geblazen. Dat kan ambtenaren de kop kosten, zeker wanneer blijkt dat zij hun eigen spel hebben gespeeld.