Calvinisme kan niet zonder Luther
Het Evangelie begon in Wittenberg. Deze uitspraak van de reformator Johannes Calvijn laat zien hoe belangrijk Maarten Luther voor de Reformatie was. Dat de Duitse kerkhervormer ook een flink stempel op het calvinisme drukte, werd gisteren weer eens duidelijk tijdens een congres in Emden.
Wetenschappers uit de hele wereld zijn deze week bijeen in de Johannes a Lasco Bibliotheek in de Noord-Duitse stad. Op de agenda van de conferentie, mede georganiseerd door het platform Refo500, staan niet minder dan dertig lezingen over Luther en het calvinisme.
Het is bekend: de wegen van luthersen en calvinisten gingen in de loop van de geschiedenis deels uiteen. Toch bleven gereformeerde geschiedschrijvers Luther zien als sleutelfiguur en pionier van de Reformatie, betoogde Karin Maag uit Grand Rapids (Verenigde Staten). „Rooms-katholieken zagen protestanten als ketters en scheurmakers. Dat leidde ertoe dat calvinisten in de zestiende eeuw de geschiedenis van de ware kerk gingen beschrijven. En daarin nam Luther natuurlijk een belangrijke plaats in.”
Kampioen
Gereformeerde geschiedschrijvers kozen verschillende benaderingen, afhankelijk van hun doelgroep. Sommigen gaven zo weinig mogelijk commentaar op het werk van Luther, met wie zij op bepaalde punten van mening verschilden. Zo presenteerde Jean de Hainaut in 1556 Luther als „kampioen van de ware kerk.” Hij maakte echter geen melding van het feit dat de Duitse reformator het met Zwingli hartgrondig oneens was over het heilig avondmaal.
Andere historici zagen Luther vooral als Gods instrument om de kerk van misstanden te zuiveren. „Ze wilden de gelovigen in de eerste plaats toerusten en vertroosten tijdens vervolgingen”, aldus Maag. „Het ging iemand als Theodore Beza dan ook niet zozeer om de persoon van de Duitse reformator, maar om het werk van God in de kerkhervorming.”
Gereformeerde geschiedschrijvers spraken in de zeventiende en de achttiende eeuw steeds minder vaak over Luther als instrument van God. In reactie op rooms-katholieke historici benadrukten ze vooral de „menselijke” kant van de Reformatie en de misstanden in de middeleeuwse kerk. Zo erkende Jacques Basnage in zijn ”Histoire de l’église” (”Geschiedenis van de kerk”) uit 1699 dat Luther ook zijn fouten had, „zoals alle grote mannen.” Luther had een opvliegend karakter en soms was hij wat hoogmoedig, stelde hij. „Maar Luther was vol ijver voor de heerlijkheid van God en de opbouw van de kerk.”
Vervolging
Calvinisten schreven niet alleen over Luther, ze lazen ook zijn werken. Olivier Millet (Parijs) zei dat evangelische christenen in Frankrijk vanaf het begin de werken van de Duitse kerkhervormer ter hand namen. Maar tot 1540 verschenen deze geschriften meestal anoniem, uit angst voor censuur en vervolging.
Daarna was er sprake van „normalisering”, aldus Millet. De boeken van Luther kregen direct of indirect een plaats in de „propaganda” van het calvinisme, dat vanuit Genève grote invloed uitoefende in Frankrijk.
Er zijn heel wat sporen van Luthers theologie in het calvinisme terug te vinden, zo bleek uit bijdragen over de visie op overheid en recht (Christoph Strohm, Duitsland), de kerkorde (Johannes Smit, Zuid-Afrika) of het politieke denken (Jordan Ballor, VS).
Ook in het calvinistische denken over de laatste dingen (eschatologie) is de invloed van Luther zichtbaar, stelde Rodney Petersen uit Boston (VS). In navolging van de kerkvader Augustinus dachten beide reformatoren dat ze in de eindtijd leefden. Luther ging echter verder dan Calvijn in het toepassen van de profetieën in onder meer het boek Openbaring.