Brandweer faalde bij blussen Haarlemse Koningkerk
De brandweerlieden die betrokken waren bij het blussen van de brand in de Koningskerk in Haarlem, wisten niet goed welke risico’s zij liepen. Zij waren niet goed geïnstrueerd en werden slecht aangestuurd door hun leidinggevenden. Ook waren ze onvoldoende opgeleid en getraind.
Tot die conclusie komt de Inspectie voor Openbare Orde en Veiligheid (IOOV) na onderzoek dat dinsdag is bekendgemaakt. Bij de brand op 23 maart vorig jaar kwamen drie brandweerlieden om, toen een muur van de kerk instortte.
Volgens de inspectie is de brandweer lang in en om de kerk gebleven. Toen de beslissing werd genomen om niet meer in de aan de kerk grenzende Joh. de Breukstraat te komen, was niet iedereen daarvan op de hoogte. De muur die instortte, kwam in deze straat op de drie slachtoffers terecht.
De brandweer in Haarlem moet orde op zaken stellen, vindt de inspectie. Zo moet de voorbereiding van de uitrukdienst beter en moet er worden gekeken naar de betrokkenheid van burgemeester, wethouders en gemeenteraad.
De Haarlemse burgemeester J. Pop zegt in een reactie niet alle conclusies uit het rapport van de Inspectie te onderschrijven. Hij is het niet eens met het verwijt dat er sinds 1989 niets zichtbaar bij de Haarlemse brandweerorganisatie is verbeterd. Ook bestrijdt de burgemeester dat de rapportages van de brandweer aan het college van burgemeester en wethouders onvoldoende zouden zijn.
Pop zegt zich wel in de hoofdlijnen van het rapport te kunnen vinden. „Het blussen is niet volgens het boekje verlopen," geeft hij toe. „Het had anders moeten gaan." Pop onderschrijft ook de conclusie van de Inspectie dat de brandweer zich in sommige situaties eerder zou moeten terugtrekken. Dat zou het risico voor brandweerlieden kunnen verminderen.
De Haarlemse brandweercommandant R. de Bruin zegt dat het rapport erg hard is aangekomen bij zijn korps. Volgens hem is het tijd voor een cultuuromslag bij de brandweer. Brandweerlieden zouden met minder risico’s hun werk moeten doen. Overigens is een deel van de aanbevelingen die de Inspectie heeft gedaan inmiddels al in gang gezet, aldus De Bruin.
Een eerder onderzoek leidde tot de conclusie dat niemand wat te verwijten viel. De omgekomen brandweerlieden zouden slachtoffer zijn geworden van de risico’s die aan het vak kleven. Die risico’s worden onvoldoende onderkend, aldus de onderzoeker toen. Ook hij had kritiek op de gebrekkige communicatie en de procedures voor het uitrukken.
De Arbeidsinspectie heeft de gemeente Haarlem een boete aangezegd omdat die had moeten voorkomen dat de brandweerlieden vlakbij de instortende muur konden zijn. Voor een dergelijke overtreding staat een maximale boete van 11.250 euro, aldus een woordvoerster van de Arbeidsinspectie. De gemeente krijgt nog de kans om zich te verdedigen.
Het Openbaar Ministerie stelt geen stafvervolging in, omdat er geen verantwoordelijke aan te wijzen is. De brand is ontstaan door een technisch mankement.
Afgelopen tien jaar zijn bij acht branden 23 brandweerlieden omgekomen.