Goed omgaan met dementerende mensen kan niet zonder het nodige af te weten van deze hersenziekte. Alzheimer Nederland wil graag helpen de kennis van Nederlanders hierover bij te spijkeren, vertelt directeur Gea Broekema-Procházka. „Onze Alzheimer Assistent biedt bijvoorbeeld veel informatie en we verzorgen trainingen.”

De organisatie wil een beweging op gang brengen die leidt tot een dementievriendelijke samenleving. Niet alleen door allerlei activiteiten op Wereld Alzheimer Dag te organiseren, maar ook via een publiekscampagne die volgend jaar van start gaat. „Wij hopen daarmee minstens 1 miljoen Nederlanders te bereiken.”

Nederland is nog niet dementievriendelijk genoeg?

„Nee. Gelukkig is dat geen onwil, maar eerder een gevolg van onwetendheid. Tijdens een training vertelde een winkelmedewerker dat hij een klant met dementie uit de weg ging, omdat hij niet goed wist wat hij moest doen. Dankzij de oefeningen kan hij inmiddels goed met deze man overweg en weet hij hoe hij hem het beste kan helpen.”

Wat kenmerkt een dementievriendelijke samenleving?

„Het is een samenleving waaraan mensen met dementie zo lang mogelijk kunnen blijven deelnemen. Zij geven zelf ook aan dat ze dit graag willen. Verder hoor ik regelmatig hoe pijnlijk ze het vinden dat er na het vaststellen van de diagnose vooral over hen en niet meer met hen wordt gepraat. Dat maakt hen eenzaam.”

Wat moet er veranderen?

„Hoewel het pijnlijk kan zijn om met een geliefde over dementie te praten, mogen we zo’n gesprek niet uit de weg gaan. We moeten toch weten wat iemands wensen en behoeften zijn?

Datzelfde geldt voor mensen die meer op afstand staan. Loop geen straatje om voor iemand met dementie. Elke Nederlander zou zich moeten afvragen wat hij kan betekenen voor zijn naaste die deze ziekte heeft.”

Wat zijn bijzondere initiatieven?

„Zo’n zestig gemeenten streven ernaar om dementievriendelijk te worden. Een ander voorbeeld is Zwementie, een initiatief waarbij studenten zwemmen met ouderen met dementie. Verder de aanwezigheid van dementievriendelijk personeel bij winkels, banken en de politie.”

Welke effecten heeft dit?

„Een politieman weet dat hij een man met dementie die weggelopen is niet van achteren moet benaderen. Een bakker krabt zich achter de oren als een oudere voor de zesde keer op dezelfde dag een brood komt kopen. Hij leidt hem vervolgens af door hem een kop koffie aan te bieden. Een mantelzorger heeft meer oog voor de dagelijkse routine van iemand met dementie. En hij snapt beter waarom deze sneller boos wordt dan vroeger.”