Delta en Eneco zijn nog de enige Nederlandse energiebedrijven die stroom opwekken en leveren en die daarnaast beschikken over hun eigen kabels. Dat willen ze zo houden, want splitsing kost niet alleen honderden banen maar zet ook de verduurzaming van de energievoorziening op achterstand, zegt topman Arnoud Kamerbeek van het Zeeuwse Delta.

Kamerbeek vestigt zijn hoop op regeringspartij PvdA, die het volgens hem aan zijn stand verplicht is minister Henk Kamp (Economische Zaken, VVD) van zijn voornemen om Delta en Eneco op te splitsen af te houden.

„Bij de Algemene Beschouwingen ging het de afgelopen twee dagen vooral over werkgelegenheid en duurzaamheid. Ik zou het niet begrijpen als de PvdA dit laat gebeuren. Voor Delta geldt ook nog dat de banen verdwijnen in een economisch kwetsbare regio.”

Delta en Eneco hebben zich jarenlang tegen splitsing verzet. Maar recent bepaalde de Hoge Raad dat de bedrijven mogen worden gesplitst. Dat gebeurde eerder bij Nuon en Essent, waarna ze voor miljarden werden gekocht door respectievelijk het Zweedse Vattenfall en het Duitse RWE. De netten bleven in handen van de verkopende provincies en gemeenten.

Dat lot wacht Delta en Eneco ook, te worden opgeslokt door een buitenlandse grootmacht, zegt Kamerbeek. Want zonder de zekere inkomsten die de netten opleveren, zakt de kredietwaardigheid en is een zelfstandig voortbestaan niet mogelijk, legt hij uit.

De gewraakte Splitsingswet uit 2006 komt voort uit een Europese richtlijn. Nederland toonde zich destijds het ‘beste jongetje van de Europese klas’, want de andere lidstaten trokken zich er weinig van aan.

„Naast Eneco en Delta zijn er vier grote buitenlandse spelers op de Nederlandse energiemarkt: RWE, Vattenfall, E.ON en GDF Suez. Alle vier zijn dat nog altijd geïntegreerde bedrijven, die bovendien als grote ‘kolenspelers’ in vergelijking met ons slecht presteren op het gebied van duurzaamheid. Zij dringen aan op splitsing van onze bedrijven. Het zou onbegrijpelijk zijn als Nederland zich door hen laat ringeloren.”