Economie

„Help die Afrikaanse ondernemer, maar let op”

ROTTERDAM. Christelijk verantwoord ondernemen heeft alles te maken met het oog hebben voor onze medemensen. Maar het is wel zaak kritisch te blijven, ook naar jezelf, vindt de Amerikaan Todd Huizinga. „Stuur geen eieren naar een dorpje waar pas iemand een kippenboerderij is begonnen.”

Van een medewerker
18 September 2015 10:13Gewijzigd op 15 November 2020 21:53
ROTTERDAM. Todd Huizinga van het Amerikaanse Acton Institute sprak donderdag in Rotterdam voor christelijke zakenlieden over verantwoord ondernemen. „Elk mens bezit waardigheid en mag niet als een object behandeld worden.”  beeld Cees van der Wal
ROTTERDAM. Todd Huizinga van het Amerikaanse Acton Institute sprak donderdag in Rotterdam voor christelijke zakenlieden over verantwoord ondernemen. „Elk mens bezit waardigheid en mag niet als een object behandeld worden.”  beeld Cees van der Wal

Zo’n zestig ondernemers bezonnen zich donderdagmiddag in Rotterdam op verantwoord ondernemen als christen. Hulporganisatie Woord en Daad, die de bijeenkomst had belegd, had als gastspreker Todd Huizinga van het Amerikaanse Acton Institute uitgenodigd. Plaats van handeling: Hotel New York, gevestigd in het voormalige directiegebouw van de Holland-Amerikalijn aan het einde van de Wilhelminapier. Hiervandaan vertrok de opa van Huizinga, die uit Bedum kwam, in 1910 naar de Verenigde Staten.

Huizinga, die opgroeide in Grand Rapids, is lid van de Orthodox Presbyterian Church. De voormalige diplomaat werkt tegenwoordig bij het naar de Engelse historicus John Acton (1834-1902) vernoemde instituut waarin rooms-katholieken en protestanten samenwerken voor het bevorderen van het christelijke gedachtegoed in de samenleving. Hen staat „een vrije en deugdzame menselijkheid” voor ogen met individuele vrijheid, gedragen door christelijke principes.

Huizinga reist de wereld rond om de ideeën van het instituut uit te dragen. Hij kwam via Wim Hasselman, destijds accountmanager bedrijven bij Woord en Daad, in contact met de Nederlandse hulporganisatie.

De Amerikaan vertelde donderdag over PovertyCure, een programma ter bestrijding van armoede in ontwikkelingslanden. Voorop staat, aldus Huizinga, dat de mens is geschapen naar het beeld van God. „Elk mens bezit daarom waardigheid en mag niet als een object behandeld worden. Hulpverleners moeten naar de mensen te luisteren, hun dromen kennen en dat betrekken in hun handelen.”

Huizinga keert zich tegen grote anonieme programma’s, bijvoorbeeld van de Verenigde Naties of de Wereldbank, waarbij de hulpgevers zelf denken te weten wat het beste is voor degenen die ze helpen. Hij gaf een voorbeeld van hoe dat fout kan gaan. Een softwarebedrijf in Ghana had goede contacten in een Europees land en had steun gevraagd voor een bepaald project. De overheid van het Europese land wilde die steun wel geven, onder de voorwaarde dat een onderneming uit het land zelf in het project betrokken werd. „Het Europese bedrijf streek het geld op en de Ghanese firma kon het werk doen voor weinig geld”, aldus de Amerikaan.

Maar ook christelijke organisaties kunnen onbedoeld de plank flink misslaan. Huizinga: „Een kerk in Atlanta (VS) wilde na de volkerenmoord in 1994 een dorp in Rwanda helpen en stuurde eieren. Maar in dat dorp was juist een ondernemer een kleine kippenboerderij begonnen. Toen de eieren uit Atlanta aankwamen kon hij zijn bedrijfje sluiten. Dat is liefdadigheid die beschadigt.”

Huizinga stelt dat de door hem genoemde uitgangspunten een objectieve benadering niet in de weg staan. „Je moet nadenken over wat helpt. Het gaat niet zomaar om vrijgevigheid, maar om het zoeken naar mogelijkheden om mensen te helpen hun eigen plannen uit te voeren. Veranderingen beginnen bij de individuele mensen, anders is er geen echte ontwikkeling mogelijk.”

Jan Lock, directeur-bestuurder van Woord en Daad, vindt de denkbeelden van PovertyCure waardevol. Maar er is wel steeds maatwerk nodig, benadrukte hij. Het is in ieder geval van belang om verbindingen te leggen met mensen in een land en de omstandigheden en politieke situatie goed te kennen.

Alarmbellen

Soms sta je voor een dilemma als je steun wilt geven. Lock noemde het voorbeeld van een bedrijfje in Bangladesh waar de werknemers in een rokerige ruimte onder slechte omstandigheden moesten werken. Het alternatief was dat ze helemaal geen werk zouden hebben. Lock voelt er dan ook niet voor om alles vast te leggen in regels. „Als dat het geval is, moeten er alarmbellen gaan rinkelen.”

Woord en Daad heeft de afgelopen jaren geleerd om zich op de eigen rol te concentreren. Daarbij hebben ondernemingen een belangrijkere taak gekregen. Lock: „We kunnen niet alles zelf, maar we hebben wel de contacten. Samen met het bedrijfsleven kunnen we zaken oppakken.”

En dan gaat het nog niet altijd goed, zo bleek uit een opmerking van een van de ondernemers in de zaal. Hij had geïnvesteerd in een Afrikaans land, waar veel mensen naar de kerk gingen. Maar hij kwam bedrogen uit. „Sommige mensen daar bleken totaal onbetrouwbaar”, aldus de ondernemer. Lock: „We moeten met de mensen in Afrika net zo kritisch omgaan als met onze handelspartners in Nederland. Blijf bewogen en zakelijk tegelijk.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer