Het ik-project: zelfontplooiing als hoogste doel
”Zelfontplooiing, een theologische peiling” is een bundel lezingen en artikelen van filosofen en theologen. Ik heb ervan gesmuld. Dat zal iedere docent ethiek, filosofie of sociologie doen. Het is wel een moeilijk boek voor mensen die geen kaas van filosofie gegeten hebben. U bent dus gewaarschuwd.
Laat ik eerst een ervaring vertellen. Deze zomer heb ik in een vakantiekerk een sing-in bijgewoond. Het thema was: ”Ik ben ik!” De overdenking en de liederen gingen erover dat ik mezelf mag zijn. Op een enthousiaste manier werd stapsgewijs duidelijk (de aanwezigen moesten dat hardop nazeggen): „Ik ben mooi, gewild, geliefd, uniek, volmaakt, vrij!” Sommige aanwezigen waren zo geraakt dat ze moesten huilen.
Er gebeurde iets goeds. Communicatief was het eenvoudig en sterk. Zelfs kinderen begrepen het. Verkreukelde zielen van mensen met een laag zelfbeeld werden vertroost. De boodschap ging niet over de hoofden van de mensen heen. De mevrouw die de bijeenkomst leidde, verbond de boodschap met haar eigen, soms pijnlijke, levenservaringen. Ze was authentiek en daarmee zelf een voorbeeld van de uniciteit die ze anderen graag gunde. De boodschap was niet tijdloos, maar paste bij ónze cultuur. Er zat psychologische wijsheid in de meditatie. Moderne mensen konden zich erin herkennen.
In onze dagen zijn mensen met het ik-project bezig. Ze willen het beste uit zichzelf halen en stuiten daarbij op grenzen: fouten van zichzelf of anderen en tegenslagen. Dat maakt het uitvoeren van persoonlijke levensdoelen lastig. Dat levert ook teleurstellingen in zichzelf op. Mensen gaan zich schamen, want ze zien dat anderen hoger scoren. Ze voelen zich falen. Dan is het weldadig als je in de kerk mag zeggen: „Ik ben ik, en dat is best, want ik ben mooi, gewild, geliefd, uniek, volmaakt en vrij!”
Ik heb genoten van de sing-in. Toch denk ik dat deze in een reformatorische gemeente niet zo kan worden gehouden. Ik dacht dat de bijeenkomst over God zou gaan. Ging het eigenlijk wel over Hem? Het ging over mijzelf. De vraag ”Wie ben ik?” leek belangrijker dan ”Wie is God?” Natuurlijk werd er over God gesproken, maar alleen in de zin dat God mijn ik bevestigt. Dat God kritisch is en oordeelt, waardoor mijn ik wordt afgebroken, kwam niet aan de orde. Dat wij niet vrij, maar gevangen in de zonde zijn, dat wij niet uniek, maar massamens in de afkeer van God zijn, dat wij lelijk zijn en Gods liefde niet waard, werd niet beleden. God was de God van de aai over onze bol. Daarin was deze dienst inderdaad ook eigentijds. We werden weer eens bevestigd in wie we zijn. Dat is een basis onder ons moderne ik-project.
Nu wordt het pas interessant. Was het nou wel zo onreformatorisch? Als wij onszelf moeten verliezen, dan is dat toch ook bedoeld om onszelf in Christus weer te vinden? Met andere woorden: als we over God spreken, dan spreken we toch ook over onszelf? De nieuwe mens in Christus is toch een mens die stevig in zijn schoenen mag staan? (Lees maar wat Paulus zegt tegen een tobberige Timotheus in 2 Tim. 1:7.) Als de Heere Jezus spreekt over navolging en zelfverloochening komt een mens daardoor toch tot zijn hoogste bestemming? En om jezelf te kunnen verloochenen moet je toch weten dat je mooi, gewild, geliefd, uniek, volmaakt en vrij bent? Want anders is zelfverloochening slechts de bevestiging van je eigen tobberige ik.
Ik filosofeer niet verder over mijn vakantie-sing-in. Hiermee zitten we intussen wel helemaal in de thematiek van het boek. ”Zelfontplooiing en kwetsbaarheid”, ”Het vrije individu en zijn zelfontplooiing”, ”Zelfontplooiing en zelfverloochening” zijn zo wat hoofdstuktitels. Interessant om te lezen. Voer voor christelijke docenten ethiek, filosofie, geloofsleer, sociologie en pastoraat.
Het wordt duidelijk dat het sjabloon van ”ik-mag-mijn-unieke-zelf-zijn” ook in christelijke kring omhelsd wordt, zij het dan in christelijke bewoordingen. Herman Paul maakt duidelijk dat Eva eigenlijk op dezelfde trom roffelt als seculiere damesbladen. Ger Groot ziet de leus ”trouw aan jezelf blijven” vooral als de consequentie van de existentiefilosofie van Sartre. Als ieder mens volkomen vrij is, kun je je ook alleen maar op jezelf oriënteren. Wij zijn niet wat wij zijn, maar wij zijn wat we van onszelf maken. Dat is dan een hele opgave.
Christoph Jedan schrijft dat mensen de dood als een verstoring daarvan zien en zich daarom des te meer inzetten om in dít leven hun plannen en relaties vorm te geven. Ieder mens moet de verantwoordelijkheid voor zijn eigen leven nemen voordat het te laat is. Aan het einde van het leven kan ieder dan toch concluderen dat er veel niet bereikt is en sterft de moderne mens eenzaam en ongetroost. Riemer Roukema biedt perspectief vanuit het Nieuwe Testament. Paulus stelt de ontlédiging van de Heere Jezus ten voorbeeld voor het christenleven. Daarmee wordt volgens hem het moderne individu-zijn niet ontmanteld maar wel gerelativeerd.
De universitaire auteurs zijn, als het over de praktijk gaat, een beetje zweverig. Ze willen niet normatief zijn en een richting wijzen. Dat is jammer van dit boek, want daaraan is behoefte. Ik zou de thematiek graag toegepast zien op het pastoraat. Ik denk ook aan het christelijk onderwijs, met name mbo en hbo. Daar wordt het ik-project uitvergroot. Iedere student is bezig met werken aan zichzelf en zijn competenties, zodat hij of zij later andere mensen weer kan helpen met hún ik-project. Hoe christelijk is dit christelijke onderwijs? Stof genoeg om verder over na te denken!
Uitingen van het eigentijdse verlangen naar zelfontplooiing zijn niet alleen in onszelf, maar ook overal om ons heen te vinden. Hieronder zomaar wat citaten van liedjes, tijdschriften, boeken en websites, zowel seculier als christelijk.
„Wat ik je dus vooral gun, is dat je mag zijn wie je bent, met alle bagage uit je verleden, met al je angsten en twijfels, en met al je onzekerheden.”
„En dus is de belangrijkste vraag: wat kan ik nu –op dit moment– voor mezelf doen, waardoor mijn leven een beetje leuker wordt?”
„Probeer vooral om bewust te kiezen voor het leven dat je werkelijk wilt leiden.”
Bijlage ”Lichter leven” bij Psychologie Magazine, mei 2015, gebaseerd op Mindfulness/ Acceptance and Commitment Therapy
„Een week zonder spiegel – knapt je zelfbeeld daarvan op?” (Marie-Claire). „Happy & Healthy met de Margriets Fit Challenge” (Margriet). „Sylvie Meis: Ik heb hard gevochten om te zijn wie ik nu ben” (Elle). „Sexy New You: ga niet shoppen zonder Cosmo’s XXL Trend Special” (Cosmopolitan). „Rust tussen de oren, zo doe je dat” en „31 pagina’s met alle nieuwe modetrends én hoe je ze draagt” (Libelle), „Happy New You!” (Flair).
Afgelopen maand in diverse vrouwenbladen.
„Ik wil niet gehoorzaam, getemd en oppassend zijn,
ik wil niet fatsoenlijk, geremd en volwassen zijn,
ik ben niet van jou, nee ik ben vrij,
mijn leven is van mij. (…)
Ik wil me niet schikken, voor niemand een voorbeeld zijn.
ik wil niet door blikken van and’ren beoordeeld zijn.
ik hou niet van huichelarij.
het leven is van mij.”
Fragment uit de musical ”Elisabeth”
Moeder: „Luister, ik probeer een leuke moeder voor je te zijn en dan is het echt niet prettig als je me op deze manier probeert iets duidelijk te maken (…).”
Juliette: „Ik probeer je al zo vaak dingen duidelijk te maken, maar je gaat gewoon maar door.” (…)
Moeder: „Ik moet wel mezelf kunnen zijn.”
Juliette: „Je bent de leukste en de liefste moeder van de hele wereld, ik wil echt geen andere moeder, maar je moet gewoon proberen om je een keer in mij te verplaatsen.”
Fragment uit jeugdprogramma Spangas, mei 2015
„De boodschap raakt mijn ziel, (…) is vriendelijk en troostend, maar daagt me ook uit op terreinen waarop ik me moet ontwikkelen.”
„Ik lees het elke dag en voel me elke dag een beetje vrediger. Ik heb altijd in God geloofd, maar ik kan me niet herinneren ooit zo positief geraakt te zijn.”
„Bijna elke dag is de dagtekst van toepassing op mij en mijn leven en kan God me er geweldig door bemoedigen.”
„Dit is een geweldig boek om elke dag uit te putten voor een inspirerende, ondersteunende gedachte.”
Reacties op amazon.com en bol.com op het dagboekje ”Dicht bij Jezus” van Sarah Young, al jaren een bestseller in de christelijke boekhandel.
„Zowel qua tijd als geld zal het een investering zijn, maar wel één van de beste die je kunt doen. Je investeert in je leven. Je hele leven. Jijzelf, je omgeving en je gemeente zullen de vruchten plukken van het leven dat in jou aangeboord en gelanceerd wordt.”
Wervende tekst voor karakterweekenden van de christelijke mannenbeweging De Vierde Musketier
Boekgegevens
”Zelfontplooiing, een theologische peiling”, red. Herman Paul en Wouter Slob;
uitg. Boekencentrum, Zoetermeer, 2015; ISBN 978 90 239 2867 6; 175 blz.; € 15,90.
Egoïsme of verlangen
Zelfontplooiing mag niet tot vergoddelijking van het schepsel leiden. Daarom is het van belang om niet de mens zelf, maar de Schepper als het subject van de ontplooiing van de mens te zien. De mens is een letter in Gods boek, geen auteur. Zelfontplooiing mag het kruis van Christus niet met een boog passeren. Christus kwam om zondaren zalig te maken en niet om gave mensen te scheppen. Zelfontplooiing mag geen verdringing worden van het verdriet en het lijden in een gebroken wereld. (…)
Je mag de passie voor zelfontplooiing misschien wel ontmaskeren als een vorm van egoïsme, maar daar mag het niet bij blijven. Misschien kun je er ook een opening in zien voor de boodschap van het evangelie van het koninkrijk. Het is niet goed om de ingeschapen menselijke neiging om dingen in de schepping te ontdekken en te ontwikkelen te veroordelen. Waarom zou je dan de neiging om jezelf te ontdekken en te ontplooien wel afwijzen? Het is beter om het streven naar zelfontplooiing te interpreteren als verlangen naar volmaaktheid, naar God, en zo te verbinden aan de boodschap van het evangelie.
Henk van den Belt, fragment uit ”Zelfontplooiing”