Syrische gelatenheid in Autotron Rosmalen
ROSMALEN (ANP). „Wat is het verschil in uitspraak tussen deze twee letters?” Fadi (24) uit Syrië wijst naar de V en de W. Samen met drie landgenoten probeert hij alvast een beetje Nederlands te leren. Dat gaat moeizaam, want boeken hebben ze niet en de internetverbinding is traag. Ze moeten lang wachten voordat hun YouTube-filmpjes met taalinstructies zijn geladen.
Het is in elk geval een nuttige manier om de tijd te doden, zeggen ze. Fadi en zijn tafelgenoten zitten in de algemene ruimte van het noodopvangcentrum in Autotron Rosmalen, waar ze sinds vorige week bivakkeren. In totaal verblijven er nu vijfhonderd asielzoekers, allemaal mannen.
De Syriërs kijken uit over een grote hal waarin met schotten tientallen kamers zijn gecreëerd met stapelbedden en kasten erin. „Om de mensen hier nog iets van privacy te geven”, zegt Robert Ploeg van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). Van bovenaf kijk je er weliswaar zo naar binnen, maar het is beter dan met vijfhonderd mensen in één zaal zitten, beamen de vluchtelingen.
„Het voldoet”, vat Tair (50) de noodopvang samen. Maar ideaal is anders. Autotron ligt vrij afgelegen, dus even naar Rosmalen of Den Bosch gaan is er niet bij. Veel mensen lopen nog rond op slippers en in korte broeken, wachtend op warmere kleding. Vrijwilligers uit de omgeving zijn begonnen met het uitdelen daarvan, maar de meeste vluchtelingen zijn nog niet aan de beurt geweest. Een man uit Soedan staat zijn sandaal provisorisch te repareren met tape. Hij grijnst en haalt zijn schouders op. „Geen schoenen”, zegt hij in het Engels. Meer kan hij niet vertellen, omdat hij de taal niet machtig is.
De sfeer in het centrum is ontspannen en vooral gelaten: de meeste vluchtelingen hangen wat rond, bij de ingang wordt gretig gebruikgemaakt van enkele tafeltennistafels. Er wordt wat geklaagd over geluidsoverlast, gebrek aan warm water en gekibbel bij de twee televisies, maar grote problemen hebben zich niet voorgedaan.
Iedereen die zijn verhaal wil doen, heeft veel slechtere omstandigheden meegemaakt. „In de buurt van de Hongaarse grens heb ik drie dagen in het bos zitten wachten op de mensen die ons verder zouden brengen”, vertelt een van de Syriërs. „Geen eten, nauwelijks drinken, we leefden als beesten.” Vergeleken daarmee is Rosmalen een verademing.
Waarschijnlijk moeten de asielzoekers een aantal weken in het tijdelijke opvangcentrum blijven, voordat ze terechtkunnen in een van de reguliere centra. Tair zit die paar weken wel uit. „We worden goed behandeld en we zijn veilig. Dat is het belangrijkste.”