Onderzoeksrechter Langlois ontkent druk
De Belgische onderzoeksrechter Langlois, die ruim zeven jaar leiding gaf aan het speurwerk in de zaak–Dutroux, ontkent dat hij ooit onder enige druk heeft gestaan om zaken onder het tapijt te schuiven. Dat heeft hij maandag gezegd tijdens zijn eerste verhoor in het proces–Dutroux in Aarlen.
„Er is bij dit onderzoek geen enkele vorm van druk op mij uitgeoefend, noch uit politionele, politieke of gerechtelijke hoek. Er is geen staatsbelang ingeroepen in deze zaak", aldus Langlois. In België doken de afgelopen jaren vaak verhalen op waarin Langlois werd afgeschilderd als een erg afhoudend onderzoeksrechter, die het spoor naar netwerken van pedofielen bewust niet wilde nagaan, om te voorkomen dat vooraanstaande politici, rechters of zakenmensen in opspraak zouden komen.
Langlois wees in dat verband naar de media, die berichten verspreidden dat hij als lid van de Franstalige christen–democraten partijgenoten had willen beschermen. De onderzoeksrechter zei maandag zijn werk naar behoren te hebben gedaan. Langlois botste vaak met procureur des Konings of officier van Justitie Bourlet, die wel geloofde in het bestaan van netwerken.
De onderzoeksrechter zei maandag verder dat Dutroux midden jaren negentig grotendeels op dezelfde manier te werk ging als tien jaar daarvoor, toen hij al vijf meisjes ontvoerde en verkrachtte. Daarvoor kreeg hij dertien jaar celstraf. Hij kwam echter al na zes jaar vrij.
Van de psychiater die toezicht moest houden op Dutroux, kreeg hij volgens Langlois veel te grote hoeveelheden kalmeermiddelen voorgeschreven, die hij later gebruikte bij de ontvoeringen. Langlois had het over slordig voorschrijfgedrag, omdat de psychiater Dutroux’ echtgenote Michelle Martin voorbehoedsmiddelen gaf, terwijl ze zwanger was.
Dutroux zelf zei dat hij de kooi in zijn huis in Marcinelle bij Charleroi, waar hij alle zes ontvoerde meisjes verstopt hield, „te goed" had verborgen. Hij stelde dat hij na zijn arrestatie in 1996 er bij politiemensen op had moeten aandringen om mee te gaan naar Marcinelle om de kooi te ontdekken. Volgens Dutroux geloofde zijn ondervrager hem op dat moment niet en moest hij er zelf een uur lang op hameren mee te gaan naar Marcinelle.
Langlois verklaarde verder dat Dutroux al zeer lang bezig was met het idee van de kinderkooien. Dat lijkt in tegenspraak met Dutroux’ eigen lezing dat het allemaal in opdracht van ’netwerken’ gebeurde. De onderzoeksrechter wees erop dat Dutroux al in 1993 bezig was met verbouwingen aan zijn kelder. Dat bleek tijdens een huiszoeking destijds in verband met gestolen goederen. Bovendien zei een ex–celgenoot dat Dutroux hem had gezegd dat hij de volgende keer de slachtoffers bij zich zou houden.