De levende God reageert
Christenen die het geloof verdedigen laten het redelijke zien van geloven, het goede van Gods geboden, het mooie van Gods liefde en genade. Maar de keerzijde: de toorn van God? „Jullie verzwijgen te vaak de pijnlijke aspecten van jullie geloof.” Doen we onze naaste tekort als we hem of haar niet wijzen op de realiteit van de toorn van God over de zonde?
JA
Om het met een beeld te zeggen: de toorn van God wordt in de Bijbel vergeleken met vuur; een verterend vuur. Welnu, doen we onze naaste tekort als we hem niet waarschuwen dat zijn huis in brand staat? Dan ook wanneer we niet de werkelijkheid van deze reactie van God op de zonde ter sprake brengen.
Wie de toorn van God verzwijgt, geeft de ander ook een verkeerd beeld van God. Juist Gods toorn maakt duidelijk dat Hij het onrecht op deze wereld serieus neemt. God toornt over alle onrecht, grof en geniepig, en heeft daarom een dag bepaald waarop Hij deze wereld zal oordelen. Dat geldt niet slechts ten aanzien van misdaden tegenover elkaar en misdaden waarvan een meerderheid wel vindt dat het een schurkenstreek is. Nee, God neemt alle zonden serieus als overtreding van Zijn geboden en als versmaden van Zijn liefde en zorg. We doen de levende God tekort als we een beeld van Hem geven waarbij Zijn toorn buiten beeld blijft. God reageert immers op het gedrag van mensen. Gods toorn is Zijn reactie op het krenken van Zijn liefde en het overtreden van Zijn rechten.
NEE
Toch zijn er minstens vier redenen waarom we beter (nog) niet over Gods toorn kunnen spreken. De eerste is dat we de goede toon niet weten te treffen. Daarmee bedoel ik dat we niet beseffen dat spreken over Gods toorn allereerst iets is voor ‘binnenshuis’.
In het Oude Testament staan zeker profetieën gericht aan de vreemde volkeren. Opvallend is echter dat de toorn van God zich allereerst richt op het volk waarmee Hij een bijzondere relatie heeft. Ook in het Nieuwe Testament zijn het allereerst de mensen die het Evangelie kennen die gewaarschuwd worden voor de dag van het oordeel. Spreken over de toorn van God is allereerst een zaak van de door het verbondsvolk gekrenkte liefde en het miskende recht dat de Heere op hen heeft.
Het is dus niet allereerst ‘de ander’ die deze boodschap moet horen, maar wijzelf. Als in de kerk de toorn van God niet meer als realiteit wordt beleefd, dan klinkt het ‘vals’ om anderen daarmee te confronteren. Dan zullen we er meer schade mee aanrichten dan dat het heilzaam is. Waarom? Misschien is het gezegde van de bekende Schotse predikant McCheyne voldoende: „Wanneer je met droge ogen hierover kunt spreken, doe het dan niet.”
Een tweede reden is dat christenen lang niet altijd Bijbels spreken over de toorn van God. Het gaat om de heilige toorn van de God Die liefde is. Wanneer we niet de gelegenheid hebben om dit kader aan te geven, is het gevaar groot dat toch meteen gedacht wordt aan een God zoals de goden uit de mythologie: luimig en vol woede-uitbarstingen op allerlei momenten, soms zelfs om iets onbenulligs. Het is daarom ook pertinent onjuist om Ahasveros uit het boek Esther –een oosterse despoot– als beeld te nemen voor God. Esther moest voor haar leven vrezen toen ze tot Ahasveros naderde, maar zo naderen wij niet tot God.
Een derde reden om terughoudend te zijn in ons spreken over Gods toorn is wanneer we niet voldoende duidelijk maken dat niet wij het zijn die de anderen oordelen. Er is maar één Rechter. God zal de aarde „rechtvaardig oordelen door een Man die Hij daartoe aangesteld heeft (…) toen Hij Hem uit de doden opgewekt heeft.” (Hand. 17:31). Hoe komt het dat christenen bekendstaan als mensen die hun oordeel over anderen snel klaar hebben?
De vierde reden om liever (nog) te zwijgen zijn de al te vlotte toepassingen. Wat zeker niet moet gebeuren is in enkele zinnen een gebeurtenis of ontwikkeling typeren als ”oordeel van God”, een uiting van de toorn van God. Zeker wanneer we vanuit het Oude Testament direct gaan redeneren, slaan we de plank mis. Een economische crisis in het Beloofde Land heeft een heel andere lading (een oordeel volgens Deut. 28!) dan een crisis in Nederland.
DUS
Zwijgen over de toorn van God geeft een verkeerd beeld van God en doet onze naaste tekort die in een levensgevaarlijke situatie verkeert. Dat geldt echter allereerst ‘binnenshuis’! De werkelijkheid van Gods toorn mag allereerst een zaak van gebed zijn waarin een beroep gedaan wordt op Gods lankmoedigheid (geduld). Uitstel van het oordeel –levenstijd– is allereerst genadetijd en heeft als doel de bekering ten leven. Dat is het Evangelie van Jezus Christus, het Lam van God. De ”toorn van het Lam” is met geen enkel andere toorn te vergelijken.
dr. M. J. Kater, hoofddocent praktische theologie en apologetiek aan de Theologische Universiteit Apeldoorn.