Dat stelt de vakorganisatie in een reactie op de dinsdag verschenen Prinsjesdagstukken. Positief noemt de RMU dat, anders dan in voorgaande jaren, financiële meevallers ruimte geven voor lastenverlichting op arbeid. Maar de goede cijfers „tonen slechts een deel van het beeld. De werkelijkheid laat zich immers slechts ten dele vangen in mooie cijfers en koopkrachtplaatjes.”

De RMU pleit daarom voor een opwaardering van immateriële waarden; zoals waardeoverdracht binnen het gezin, meer oog voor elkaar en voor de waarde van onbetaald werk in plaats van de drang tot „eindeloze arbeidsparticipatie.”

In dat licht vindt de RMU het teleurstellend dat de ongelijkheid in belastingdruk tussen kostwinners en tweeverdieners opnieuw fors groeit. „De eenverdiener gaat er weliswaar 0,5 procent op vooruit, maar de tweeverdiener ziet zijn koopkracht maar liefst met 3,7 procent toenemen.”

Behalve de RMU liet ook D66 dinsdag van zich horen. In een eigen belastingplan als alternatief voor dat van het kabinet stelt de partij voor om milieuvervuiling en energieverspilling meer te belasten, om met de opbrengst meer banen te creëren dan het kabinet nu doet, onder meer via een fors hogere kinderopvangtoeslag. Ook wil D66 het voor werkgevers goedkoper maken om mensen in dienst te nemen.