Westen vreest escalatie conflict Syrië door Russische inmenging
Het Westen is bang dat de Russische inmenging in de oorlog in Syrië het conflict verder zal laten escaleren. Die gedachte lijkt vooral ingegeven door het ontbreken van een eigen strategie.
Israëlische bronnen meldden op 11 september dat Iran 1000 man elitetroepen zou hebben gestuurd naar het Syrische Latakia, dat in het westen aan de Middellandse Zee ligt. Ze zouden zich hier hebben aangesloten bij recentelijk gearriveerde Russische militairen. Moskou stelt dat Rusland slechts contracten nakomt die eerder met Syrië waren afgesloten. Maar uit het feit dat de Verenigde Staten landen zoals Bulgarije, Cyprus en Griekenland hebben verzocht hun luchtruim te sluiten voor Russische vliegtuigen kan men afleiden dat er meer aan de hand is.
Op dit moment is de grootste Russische nucleaire onderzeeër, Dmitri Donskoy, op weg naar Syrische wateren. De situatie vertoont gelijkenissen met de zomer van 2013, toen de Verenigde Staten het Syrische regime ervan beschuldigd hadden chemische wapens te hebben gebruikt. Een westerse aanval op Syrië leek onvermijdelijk te zijn geworden, en ook toen begon Rusland in de Middellandse Zee met troepenopbouw. Dit laatste lijkt echter de enige overeenkomst met 2013, omdat sindsdien de omstandigheden in Syrië dramatisch verslechterd zijn. In 2013 was er nog geen kalifaat van Islamitische Staat en Syrische vluchtelingen kwamen niet verder dan opvangkampen in de buurlanden.
Tijdens een persconferentie afgelopen week zei de Russische minister van Buitenlandse Zaken, Sergei Lavrov, onder meer dat „wij het Syrische leger voorzien van alles wat het nodig heeft om een herhaling van het Libische scenario te voorkomen.” Hij voegde hier nog aan toe dat „onze westerse partners bezeten zijn door het idee om ongewenste regimes te verwijderen.” Woorden die door sommigen werden gezien als bewijs dat eventuele Russische troepen in Syrië vooral de taak hebben het Syrische regime te beschermen.
Het Amerikaanse State Department waarschuwde ondertussen dat de verhoogde Russische activiteit in Syrië de potentie heeft „het conflict verder te doen escaleren” en dat zelfs „het risico van een confrontatie met de anti-IS-coalitie niet kan worden uitgesloten.”
Het Westen lijkt, in tegenstelling tot Rusland, geen duidelijke strategie in Syrië te hebben. De Verenigde Staten hebben 500 miljoen dollar vrijgemaakt om in Syrië een nieuwe militie van gematigde rebellen te formeren die uitsluitend tegen IS moet vechten – en dus niet tegen het Syrische leger.
Prioriteit
Toen recent echter uitlekte dat er tot op heden slechts zestig van deze rebellen waren opgeleid, moest Washington toegeven dat men moeilijkheden ondervond bij het vinden van rebellen „die aan beide criteria beantwoorden.” Washington geeft prioriteit aan het bestrijden van IS, maar is vastbesloten ervoor te zorgen dat daarna het regime van president Bashar al-Assad vertrekt.
Rusland zet echter vooral zijn kaarten op het behoud van dit regime dat juist als een laatste bolwerk tegen IS wordt gezien. Dit laatste verklaart echter niet waarom Rusland nu begonnen is om veel nadrukkelijker in Syrië te interveniëren.
Een verklaring zou kunnen zijn dat het Syrische leger duidelijk verzwakt is en dat IS momenteel voor het eerst een serieuze bedreiging vormt voor de hoofdstad Damascus. Hierdoor ontstond er een nieuwe realiteit die Rusland tot handelen dwong.
Er zijn slechts drie scenario’s bedenkbaar als oplossing voor de Syrische burgeroorlog. Allereerst zou het Syrische leger een duidelijke militaire overwinning kunnen behalen, maar dit wordt momenteel door iedereen uitgesloten. Een tweede mogelijkheid zou gelegen zijn in een diplomatieke oplossing, iets waar vooral het Westen op hoopt.
Geografische opdeling
Als ook dit laatste niet lukt komt uiteindelijk de geografische opdeling van Syrië in het vizier. Hierbij wordt altijd gesproken over een rompstaat die zich concentreert in westelijk Syrië, waar de alevieten een demografische meerderheid hebben. Hier bevinden zich de havens van Latakia en Tartus. De eerste is belangrijk voor Iran vanwege zijn wapenleveranties aan de Libanese Hezbollah. Tartus is de enige haven aan de Middellandse Zee waar Rusland een aanzienlijke militaire presentie heeft. Met zijn huidige militaire opbouw in uitgerekend deze regio lijkt Rusland bezig te zijn om hier alvast zijn toekomstige strategische belangen veilig te stellen.
Het Westen lijkt minder na te denken over de vorm die een toekomstig Syrië zal gaan aannemen. In westerse hoofdsteden wordt veel gesproken over het Syrië van ná Assad, maar te vrezen valt dat tegen die tijd Syrië zal hebben opgehouden te bestaan. Met of zonder Assad.
Intussen is de Syrische bevolking al meer dan vier jaar het slachtoffer van regeringen, rebellen en terreurgroepen die allemaal hun eigen belang in het land nastreven. Grote delen van het land zijn totaal verwoest en miljoenen Syriërs zijn door het geweld op drift geraakt. En het einde van het conflict is nog lang niet in zicht. Sterker nog: de chaos zal vermoedelijk alleen maar groter worden.